[Nummer 1-2]
Indische jeugdliteratuur
Gerard Termorshuizen
In januari 1992 verscheen Indische jeugdliteratuur, een geannoteerde bibliografie van jeugdboeken over Nederlands-Indië en Indonesië, 1825-1991, van de hand van Dorothée Buur (zie de in dit nummer opgenomen advertentie). In dit werk wordt een schat aan materiaal aangereikt, dat voor de studie van bijvoorbeeld de sociale geschiedenis van Nederlands-Indië en Indonesië van grote betekenis is.
Een van de bronnen van onze kennis over het koloniale verleden is de koloniale letterkunde. Zoals de laatste jaren op symposia en door tal van publikaties is aangetoond, onderkennen literatuurwetenschappers, historici en sociologen - in binnen- en buitenland - in toenemende mate het belang van de koloniale literatuur als bron van kennis. Juist vanwege het feit dat literaire teksten anders ‘waar’ zijn dan het officiële document, het archiefstuk of het journalistieke artikel, kunnen zij informatie verschaffen die men nergens anders aantreft.
Ook de Indische kinder- en jeugdboeken horen tot de koloniale letterkunde. Die boeken hebben wel hun eigen specifieke karakteristieken. Zo is er wellicht geen genre waar men - door de achterliggende opvoedende bedoelingen - de opvattingen van de volwassenen (schrijvers, ouders, kopers) zo ‘onthullend’ verwoord vindt als juist daarin. In het geval van Indische jeugdboeken betekent dit, dat deze ons veel inzicht kunnen geven in het denken en gedrag van de mensen die vroeger de koloniale samenleving vormden.
Maar het Indische jeugdboek is meer dan alleen maar materiaal voor historisch en sociologisch onderzoek. Sommige van die boeken worden nog gelezen en herdrukt; er worden er zelfs nog geschreven. Heel veel is echter ook weggezakt en wordt niet meer gelezen. Vaak terecht, maar soms ook niet. Nu met het beschikbaar komen van Buurs bibliografie de studie van het Indische kinderboek een nieuwe impuls zal krijgen, is het niet ondenkbaar dat er boeken zullen opduiken die ook nu nog het lezen waard zijn. Heeft de bestudering van de Nederlandse koloniale literatuur in het algemeen de laatste tien à vijftien jaar geleid tot het