De lange vriendschap met Beb Vuyk begon beginjaren tachtig meteen al met een fikse ruzie. Eigenlijk meer een... perkara.
Ja, wat is een perkara voor de meer Hollandse lezers onder u? Een perkara is (letterlijk) een zaak, maar ook een verschil van mening over iets, hoe klein ook, bijvoorbeeld de hoogte van een tuinhek, dat koste wat het kost uitgevochten dient te worden, bij voorkeur door tussenkomst van de rechter. In zo'n perkara gaat het meestal al lang niet meer om de hoofdzaak, maar worden ook allerlei frustraties, die nu eenmaal tussen bevolkingsgroepen bestaan, botgevierd en tot grote hoogte opgezweept. Wie nu nog niet weet wat een perkara is, moet maar eens de verhalen ‘De pagger’ en ‘Posteerjacht’ van Vincent Mahieu lezen!
Welnu, in 1981 zou ik met Beb Vuyk een vraaggesprek hebben over de rol van het tijdschrift Oriëntatie voor het literaire kwartaalschrift De Engelbewaarder dat geheel gewijd zou zijn aan Rob Nieuwenhuys. Dat ze bij dat vraaggesprek veel vragen niet volledig beantwoordde, ze vaak als niet relevant wegwuifde, of mijn conclusies aanvocht, was met enige goede wil nog wel te accepteren, want Beb Vuyk was nu eenmaal Beb Vuyk. Dat was het ergste niet!
Toen de uitgetikte versie van het nogal moeizaam verlopen ‘vraaggesprek’ door haar volledig werd herschreven met weglating van bepaalde vragen, aangevuld met nieuwe vragen (ingevoegd alsof ik die gesteld had) en gelardeerd met een aantal persoonlijke en nogal emotionele uitlatingen over de toen 75-jarige Rob Nieuwenhuys, was voor mij de maat vol. Beleefd docht zeer dringend liet ik Beb Vuyk weten dat het in deze vorm mijn vraaggesprek niet meer was en dat ze er beter aan deed het als een artikel onder haar eigen naam in te zenden. Daartoe bleek zij niet bereid en ik heb vriendelijk maar beslist het huisje aan de Dorpsstraat in Loenen verlaten. Immers, de deur bij Beb stond ook altijd naar de ‘andere’ kant open, voor mensen die haar niet aanstonden.
Na een dag of tien belde ze mij op en na wat plichtplegingen vroeg ze wanneer wij ‘dat vraaggesprek’ gingen afmaken. ‘Welk vraaggesprek, Beb?’ ‘Hè, doe niet zo vervelend, ik verwacht je donderdag om elf uur 's morgens en dan eet je ook bij mij.’
Een perintah keras voor de goede verstaander.
Toen ik op die bewuste donderdag eenmaal gezeten was, kreeg ik nogal bruusk mijn vraaggesprek retour, dat, behoudens wat kleine veranderingen, wel weer was teruggebracht tot míj́n oorspronkelijke versie. Nog geen week later ontstond over deze nieuwe versie opnieuw een perkara. Of moet ik niet van perkara's spreken, maar de karakteristiek van Rob Nieuwenhuys aanhouden dat Beb Vuyk vaak ‘kleine dingen wist te dramatiseren’? Niets daarvan, Beb Vuyk had een groot talent om het leven te stofferen met reeksen van perkara's die op het scherp van de snede werden uitgevochten. In haar literaire werk wist zij op bijna voorbeeldige wijze hoofd- en bijzaken te onderscheiden, maar in het leven van alledag had zij er meer moeite mee.