Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen
(1967)–Anoniem Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen– Auteursrechtelijk beschermd
Den xviij. Loff-sangh,
| |
[Folio 18v]
| |
2 Soo rasch den SATAN IVDAM slecht
Hadd' in-der Sonden strick gehecht,
Men sagh hem rennen ende draven,
Gelijck doen al des SATANS Slaven.
Die Sonde doet, is 'sDVYVELS Knecht.
3 Schijn-heyligheydt zijn hert besat
Als hy aan CHRISTI Tafel at:
Hy stelde sick off hy den Armen
Trouw helpen wilde met ontfarmen,
Die't Licht haat, soeckt het duyster padt.
4 Een Bus met Narden-salve goedt
MARIA vlijtigh open doet,
Dien-s'op't Lijff CHRISTI heeft gegoten,
'Twelck IVDAM valsch seer heeft verdroten.
De boos' goedt schijnt, quaadt is 'tgemoedt.
5 O HEERE uwen Naam vermaart
Wordt uyt-geschudde Salff verclaart.
Wilt ons, soo lange wy hier leven,
Van dese heylsaam Salve geven.
GODT ons door CHRISTI Salff herbaart.
|
|