Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen(1967)–Anoniem Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Den iij. Loff-sangh, Gestelt by Coelius Sedulius over de Geboorte onses Zaligh-makers: beginnende in't Latijn. A Solis ortus cardine. 1 AL wat hier op der Aer den woont, Om prijs nu CHRISTO Eer bethoont, MARIAE Soon dien Prin ce goedt, Met mondt en hert elck lo ven moet. 2 Op dat den Mensch van d'Helsche pijn Hier na nie soud' verslonden sijn, Der Eeuvven Schepper 't Vleysch aan-nam, Daar door ' Vleysch Sondes straff' ontquam. 3 GODTS VVysheydt van-den Hemel stijght, Een plaats' in 'sMoeders Licchaam crijght, Dien duyren Schat de reyne Maaghdt Op on-bekender wijse draaght. 4 Dat zedigh Huys, dat suyver Hert, Seer haast een Tempel GODES werdt: Die noyt van Man en was geraackt, [Folio 3r] [fol. 3r] Is door een Woordt bevrucht gemaackt. 5 Zy heeft gebaart die was voor-seydt Van GABRIEL met claar bescheydt. Wiens comst men met vruechdt voelen sagh Hem die noch in't verborgen lagh. 6 Men heeft hem in een Cribbe slecht, En in't Hoy droevigh ne'er-geleght: Hy die ons allen spijse geeft, Met weynigh Melcks daar heeft geleeft. 7 Dies 't Hemelsch Heyr verhueght is seer: En d'ENGELEN GODT geven Eer. Den Harders oock met soet vermaan, Dien HARDER groot werdt condt gedaan. 8 Loff sy u HEER die altijdt leeft, Dien ons een Maaghdt ghebaret heeft, Des VADERS loff oock sy verbreydt: Met zijnen GEEST in eeuwigheydt. Vorige Volgende