Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen
(1967)–Anoniem Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen– Auteursrechtelijk beschermd
Den ij. Loff-sangh,
| |
[Folio 2r]
| |
toe-staat,
Dat niet uyt 'sMenschen Bloede:
Maar door GODTS Geest en wijsen Raadt
'TVVoordt Vleysch wierdt ons ten goede.
2 Een Maget schielijck swanger wordt
Seer eerbaar van manieren,
GODT zijne Gave in haar stort,
Die't alles can bestieren.
D'HEER CHRISTVS comt uyt 'sVADERS Throon,
Vol zijner Godlijckheden,
Om ons te schencken 'teeuwigh loon
Geloopen hier beneden.
3 Zijn uyt-gangh van-den VADER is,
Daar sal hy oock we'er keeren,
D'Aerd' eerst wordt zijn begrafenis,
Dan sal hem GODT ver-eeren.
Hy die den VADER is gelijck,
Comt tot de Hel ne'er-dalen,
Op dat den Mensch veel dueghden rijck
Van hem moght comen halen.
4 Zijn Stal nu luchtigh schijnen sal,
Zijn Nacht oock heerlijck lichten:
O HEERE in dit duyster dal
Laat ons Gelooff niet swichten.
V GODT o VADER sy den prijs,
En uwen SOON daar neven,
| |
[Folio 2v]
| |
Met uwen GEEST, HEER, maackt ons wijs
Dat wy doch eeuwigh leven.
|
|