Verantwoording van de editie
Het uniform uitgeven van teksten met zeventien verschillende teams van editeurs is welhaast onmogelijk. Zelfs wanneer al die teksten afkomstig zijn uit hetzelfde handschrift, als de redactie uitvoerige aanwijzingen heeft verstrekt en de editeurs hun best doen zich daaraan te houden, blijken achteraf zoveel zaken niet te zijn voorzien en onduidelijk of dubbelzinnig te zijn afgesproken dat het eindresultaat op tal van punten kleine inconsequenties vertoont. Bij de eindredactie van deze bundel zijn die verschillen zo veel mogelijk weggewerkt, maar het is niet uitgesloten dat wij hier of daar een onregelmatigheid in de editiepraktijk over het hoofd hebben gezien. De gekozen opzet vraagt een zekere tolerantie van de gebruiker van de editie.
Als leidraad bij het ontwerpen van deze editie heeft een eerdere uitgave van een tekst uit Hulthem gefungeerd: Truwanten, Een toneeltekst uit het handschrift-Van Hulthem, Uitgegeven en toegelicht door een werkgroep van Brusselse en Utrechtse neerlandici (3e, herz. uitgave, Utrecht, 1987). Gekozen is voor een zogenoemde leeseditie, d.w.z. dat tekstkritische ingrepen zoveel mogelijk zijn vermeden en dat het hoofdlettergebruik, de interpunctie en de spelling van u/v en i/j zijn aangepast aan de hedendaagse conventies. In het handschrift worden de teksten gewoonlijk voorafgegaan door een titel en een volgnummer in rode inkt en gevolgd door een opgave van het aantal verzen. Deze informatie is in de edities overgenomen. De meeste teksten zijn in het handschrift gestructureerd met behulp van lombarden, paragraaftekens en rubriek (rode inkt). Deze oorspronkelijke indeling is vervangen door een moderne alinea-indeling naar de inzichten van de editeurs. Wij hebben de korte nota's waarmee de kopiist aan het eind van rijmteksten het aantal verzen opgeeft, in de editie gehandhaafd; zij zijn cursief gedrukt om aan te geven dat zij geen deel uitmaken van de inhoud van de tekst. In de rubriek ‘Aantekeningen’ zijn steeds eerst enige bibliografische gegevens vermeld; daarna volgt, geordend naar vers of regel, commentaar van verschillende aard: paleografische aantekeningen, verantwoording van editoriale ingrepen en emendaties, achtergrondinformatie ter verklaring van de tekst, enz.
Bij de inleidingen die aan de teksten voorafgaan, is met opzet geen gelijkvormigheid nagestreefd maar juist diversiteit. Zij bieden daardoor een staalkaart van mogelijke benaderingen die een afspiegeling bedoelt te zijn van de veelzijdige beoefening van de medio-neerlandistiek aan de universiteiten in België en Nederland.