Woord vooraf
Wie met de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen in aanraking komt, stuit al gauw op een vermelding van het handschrift-Van Hulthem. Dit omvangrijke handschrift uit het begin van de vijftiende eeuw dankt zijn benaming aan de Gentse bibliofiel Karel van Hulthem (1764-1832), uit wiens nalatenschap het in 1837 in het bezit van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel is overgegaan. Het handschrift bevat meer dan tweehonderd teksten, die alle door één kopiist zijn afgeschreven. Sommige daarvan zijn herhaaldelijk uitgegeven, zoals de abele spelen met hun sotternieën, de Reis van Sint Brandaan en Die borchgravinne van Vergi. Van verreweg de meeste teksten echter ligt de eerste en enige editie verscholen in de jaargangen van zeldzaam-geworden tijdschriften als Jan Frans Willems' Belgisch museum (1837-1846) en C.P. Serrure's Vaderlandsch museum (1855-1863), of in de twee delen Middelnederlandsche gedichten en fragmenten van Napoleon de Pauw (1893-1914). In het verleden is herhaaldelijk betoogd dat ook deze meestal kleinere teksten uit het handschrift-Van Hulthem het volop waard zijn om door middel van een moderne editie beter toegankelijk te worden gemaakt. Dit boek wil hiertoe een aanzet geven door de lezer een keuze van zeventien teksten uit het handschrift aan te bieden, elk voorzien van een korte inleiding en een beknopte toelichting.
Deze uitgave is op een bijzondere wijze tot stand gekomen. De redactie heeft collega's neerlandici-mediëvisten van alle universiteiten in Nederland en België uitgenodigd mee te werken aan een boek dat gebruikt zou kunnen worden bij het universitaire onderwijs in de Middelnederlandse letterkunde. Gevraagd werd, een korte Hulthem-tekst van eigen keuze voor publikatie gereed te maken. Over de te volgen editietechniek waren vooraf afspraken gemaakt; wat de inleiding en de toelichting betrof werd alle editeurs de vrije hand gelaten om een eigen benadering te kiezen. Op deze wijze zou het boek, zo hoopte de redactie, een staalkaart van invalshoeken en methoden laten zien die illustratief is voor de verheugende methodische verscheidenheid die anno 1992 binnen het vak Middelnederlandse letterkunde wordt aangetroffen.
Toen het werk aan tien universiteiten op gang was gekomen, dreigde de hele onderneming te stranden doordat de Koninklijke Bibliotheek te Brussel bepaalde dat bestudering van het handschrift niet langer kon worden toegestaan. Gelukkig