pen. Reeds een half jaar later werd deze zelfde schildpad te Assention weer gevangen. In een ander geval had men nabij Honoloeloe een gemerkte schildpad over boord geworpen en drie jaar en twee maanden later, nadat het dier ongeveer vijftienduizend zeemijlen zwemmend had afgelegd, werd het weer op het eiland Assention ontdekt.
De schildpadden vangst is zeer afwisselend; er zijn jaren dat er 2500 stuks maar ook anderen dat er slechts 800 gevangen worden. De vangst begint op den eersten Januari en wordt drie maanden lang voortgezet. De soepschildpad is niet alleen reusachtig groot, maar ook zeer sterk. Zij heeft een fabelachtige kracht in haar pooten en een gevaarlijk gebit; toch heeft ze een zacht karakter en verweert zich maar zelden. Negers van Sierra-Leone worden als geschikte schildpaddenvangers het meest gebezigd. Op hooggelegen plaatsen langs de kust zijn wachthutten opgericht, in ieder waarvan twee negers gestationneerd zijn. Door stoombooten, die voortdurend om het eiland varen, worden zij van proviand voorzien. Van uit hun wachtposten overzien zij het
handelskantoor eener gummi-firma in taranca.
strand; zien zij een schildpad uit het water aan land gaan, dan wachten zij geduldig tot het dier zoover is, dat het moeilijk meer in het water terug kan. Denken de jagers, dat het juiste tijdstip aangebroken is, dan komen zij uit hun schuilplaatsen te voorschijn, jagen zoo hard zij loopen kunnen op de schildpad aan, snijden haar den weg tot het water af en draaien haar, zoodra zij bij haar gekomen zijn, met aanwending van alle krachten, om.
't Is namelijk van algemeene bekendheid, dat als de schildpad eenmaal op haar rug ligt, zij niet meer in staat is zich om te draaien.
Dagelijks vaart een stoomboot alle stations af om de gevangen schildpadden naar de groote vijvers te brengen. Beambten noteeren zorgvuldig de opbrengst der vangst; de jagers ontvangen voor iedere schildpad 2 shilling (f 1.20).
De jagers binden nu voorzichtig om een der voorpooten der gevangen schildpad een dunnen kabel, waarbij zij zich zeer in acht moeten nemen voor de gevaarlijke slagen van het dier, want zooals reeds vroeger is vermeld, hebben de schildpadden in haar pooten zeer veel kracht. Aan het andere einde van den kabel wordt een kleine zwemboei bevestigd. Nu draait men de schildpad weer om, zoodat zij weer op hare pooten komt te staan, en nu loopt ze natuurlijk zoo hard ze kan naar het water. De zwemboei staat haar niet toe verder te duiken, dan de kabel reikt, De booten van het klaarliggend stoomschip drijven ze naar het laatste heen en de dieren worden met behulp van den kabel aan boord getrokken. Hier worden ze dadelijk weer op den rug gelegd en met vochtige doeken bedekt. Heeft de stoomboot haar volle lading, dan gaat zij direct naar Georgetown, waar de schildpadden in twee groote vijvers geplaatst worden, die door sluizen met de zee in verbinding staan, zoodat eb en vloed hier ook kunnen binnendringen. In den eenen vijver worden de grooten, in den anderen de kleineren bewaard, daar de voeding niet op alle leeftijden dezelfde is. Men heeft uitgemaakt, dat de schildpad tot haar zes-en-veertigste jaar groeit. In haar jeugd leeft zij voornamelijk van visch en mosselen, op lateren leeftijd bijna uitsluitend van planten, en wel van zeer fijn zeegras en andere waterplanten. De pas uit de eieren gekropen, zeer jonge schildpadden worden in speciale bassins gebracht, waar men ze voedt, totdat ze in den vijver, waarin de kleinere schildpadden zich bevinden, kunnen worden overgebracht.
De Engelsche admiraliteit verkoopt de schildpadden slechts aan één Londensche firma, Ring en Brynver, die haar magazijnen dicht bij Waterloo-station heeft. De firma doet aan de admiraliteit hare bestellingen, al naardat zij zelve aanvragen heeft; wordt er een bizonder groote schildpad besteld, dan wacht den jagers een moeilijke taak; zij moeten zich namelijk in het bassin begeven, waar de groote schildpadden vrij rondzwemmen, en beproeven een schildpad een lus van een kabel om één der pooten te slaan. Zij moeten daarbij zeer handig en voorzichtig te werk gaan, om niet gewond te worden, en er zijn zeer gevaarlijke oogenblikken bij de vangst der groote schildpadden in het bassin. Maar eindelijk wordt het gewenschte dier de lus om den poot geslagen, en dan wordt het met geweld uit het water getrokken.
De stoombooten, die de schildpadden naar Londen overbrengen, hebben lieden van boord, speciaal belast met de