handen zijn, moet het den dieren kunstmatig verschaft worden.
Heeft de teler een geschikt terrein gevonden, dan omgeeft hij het met omheining van hout of traliewerk, die niet bizonder hoog behoeft te zijn, daar de struis nooit probeert er uit te komen.
Daar het in den tijd van het winnen der veeren dikwijls regenachtig is, is het zeer raadzaam om op het afgezette terrein eenige hokken te bouwen, waaronder de dieren bij slecht weer vluchten kunnen, opdat zij niet aan kouvatten zouden zijn blootgesteld. Als het teelterrein voldoende groot is en bovendien de benoodigde voedingsbestanddeelen bevat, heeft het dier geen ander voer noodig, daar het dit dan zelf opzoekt. Is dit niet het geval, dan moet het vervangen worden door groen, gesneden witte kool, maïs, rijst enz. De
hoe een struisvogel de veeren worden uitgetrokken.
struisvogels hebben overigens een goede maag en verorberen alles wat men hen aanbiedt.
De vleugels en de staart leveren de mooiste en grootste veeren; bovendien worden de kortere borst- en rugveeren uitgetrokken, hoewel zij veel minder waard zijn dan de anderen. Het uittrekken der veeren kan iedere 8 maanden gebeuren. Op een onzer platen zien wij er twee menschen mee bezig. Het dier wordt een kap over den kop getrokken, door welken maatregel hij zich in zijn lot schikt. Terwijl de eene man den struis bij het achterlijf vasthoudt, trekt de andere hem de veeren uit. Een volwassen struis van het mannelijk geslacht kan bij drie oogsten in twee jaren een pond veeren eerste klasse en eenige kilo's van het kortere soort leveren.
Bij zorgvuldige verpleging der eieren gelukt het wel de vogels in een omheinde ruimte in gevangenschap te laten broeden, maar dit zelf-broeden heeft voor den teler zijn nadeelige zijde, daar de veeren door het broedproces veel te lijden hebben. Trekt de kweeker hem evenwel vóór dien tijd de veeren uit, dan kan dit nadeelig werken op het broeden.
Om deze reden ziet de teler zich verplicht zijn toevlucht te nemen tot kunstmatige broeding.
Voor dit doel bedient men zich van broedmachines, die in verschillende systemen bestaan; zij komen evenwel allen daarop neer om de warmte der moeder te vervangen door kunstmatige verhitting en die voortdurend tot een constante hoogte van 40° C. aan te voeren, De eieren moeten regelmatig eenige malen daags gekeerd worden, en bovendien moet het apparaat zorgvuldig meermalen gelucht worden.
Zoodra de vogels uit het ei gekropen zijn, wikkelt men ze in wollen dekens, totdat zij geheel zijn opgedroogd. De twee eerste dagen eten de dieren niet, den derde pikken zij met voorliefde kleine steentjes, ontlasten zich er weer van en zijn dan eerst in staat groen voer tot zich te nemen. Dat de diertjes in den beginne goed verzorgd en wanneer het ongunstig weer is onder dak gebracht moeten worden, spreekt van zelf. Eerst na verloop van drie maanden zijn zij zoover, dat men ze aan zichzelf kan overlaten.