De grootste bloem der wereld.
Onder de tropische gewassen in Sumatra vindt men de twee grootste bloemen, die tot nu toe bekend zijn, en die meer dan een Engelsche el (Yard) in diameter zijn. Om die bloemen te bewonderen is het nu niet meer noodig naar dat verwijderd land te reizen, daar beiden in de Kew-Garders in Engeland te zien zijn. De een (de Rafflesia arnoldi) - in was - in het museum; de andere (de Amorphophallus titanum) als levende bloem. De Amorphophallus heeft vroeger slechts ééns in Europa gebloeid. Dit was te Kew, en duizenden kwamen er heen om ze te zien.
Deze reusachtige bloemsoort werd in 1878 ontdekt door dokter Beccari, die zaden naar Florence zond; een van de plantjes, uit dit zaad ontstaan, werd in 1879 naar Kew gezonden, waar het in 1889 reeds bloeide. Dit was een groote overwinning voor Kew en de Engelsche tuinlieden, daar al de planten, die naar het vasteland gezonden werden, stierven zonder gebloeid te hebben.
De plant, die nu onlangs te Kew gebloeid heeft, werd eerst twee of drie jaar geleden ontvangen, en vertoonde in Mei teekenen om te gaan bloeien.
Den 6den Juni was de bloemknop ongeveer 10 inches hoog, en had op den dag van uitkomen een hoogte bereikt van 49½ inch, zoodat ze ongeveer 2 inches per dag gegroeid was. De bloem begon zich in den namiddag te openen en was om zes uur 's middags geheel geopend.
Op dat oogenblik zijn de fotografieën genomen waarnaar onze beide afbeeldingen gemaakt zijn. Daar de bloem slechts ongeveer 12 uur geheel geopend was en zich daarna half sloot, konden slechts weinigen ze in haar volkomenheid zien.
De vaasachtige bloem wordt gedragen door een korten stengel, 3 inches dik; ze is 18 inch diep en 2¾ voet in diameter, elegant gerimpeld en aan den kant uitgetand. Aan de buitenzijde is ze zacht, van een lichtgroene kleur met witte vlekken; de bovenzijde is van diepe gleuven voorzien met witte strepen, meer dan ½ inch dik. De binnenzijde is aan den onderkant groenachtig geel, het overige is mooi donkerrood.
Van onder uit den knop komt de olijfkleurige spadix te voorschijn, die 3½ voet lang en 7 inches dik is.
Het eenige blad verschijnt een poosje na de bloem en blijft er een jaar aan. Het heeft een grooten stengel van 8-17 voet hoog en van 5-10 inches dik aan de onderzijde; aan den top vertoonen zich groote bladvormige takken, die een plat parapluie-achtig blad vormen, rond en van 8-14 voet in diameter. De vruchtenloot is ongeveer 2 voet lang en draagt verscheidene roode bessen, die bijna 1½ inch lang en bijna even dik zijn.