Een nieuwe werkkring voor vrouwen.
Onze afbeelding op bladz. 224 doet ons het portret zien van Sofie Christensen. Deze jonge dame, wier sympathetisch en intelligent gelaat groote energie en wilskracht verraadt, heeft voldoende bewezen dat deze eigenschappen haar zijn deelachtig geworden.
Als dochter van een welgesteld scheepsbezitter en kapitein te Notbok - in de buurt van Kopenhagen - in 1867 geboren, kreeg zij een zeer zorgvuldige opvoeding, maar bleef na den dood van hare ouders op den jeugdigen leeftijd van 17 jaar met vier kleine zusjes volkomen hulpeloos en zonder middelen achter, daar het geheele vermogen harer ouders reeds eenige jaren vóór hun dood verloren was gegaan.
Na vele vergeefsche pogingen om in haar eigen onderhoud te voorzien, leerde zij op de te Kopenhagen gevestigde ‘sloydschool’ licht schrijnwerkerswerk, dat in Denemarken uit een hygienisch oogpunt aan alle jonge meisjes als handwerk geleerd wordt.
Spoedig daarop kreeg zij aan dezelfde school een betrekking als leerares en vond zooveel genoegen in het door haar gekozen vak, dat zij er zich geheel aan wilde wijden. Maar hiertoe waren drie zeer moeilijk te verkrijgen zaken noodig: in de eerste plaats een leertijd van vier tot vijf jaar, ten tweede een bekwaam meester en ten derde de noodige middelen om gedurende den leertijd van te leven.
Maar door hare bewonderenswaardige volharding en door de bereidwilligheid van eenige medeleeraressen, gelukte het haar over al die hinderpalen heen te stappen.
Genoemde jonge dames besloten haar maandelijks ongeveer 55 Mark (33 gulden) gedurende drie jaar voor te schieten; van eenige diaconessen kreeg zij middageten en met deze weinige middelen begon zij haren leertijd, dien zij evenwel tot het einde toe doormaakte, en na verloop van 4½ jaar kwam zij met haar eerste proefstuk, een gebeeldhouwde boekenplank, voor den dag.
Intusschen was het haar gelukt de belangstelling op te wekken van den directeur der teekenschool, die zij 's avonds bezocht, den heer Klein, en op kosten van hem en zijn vrouw werd zij in de gelegenheid gesteld een studiereis te maken naar Amerika, Duitschland, Frankrijk en Italië, en bracht ook eenigen tijd in ons land door.
Na haar terugkeer opende zij een atelier met zes gezellen. Deze onderneming had zooveel succes, dat zij spoedig een grooter lokaal moest huren.
Tegenwoordig heeft zij een groote werkplaats, waar de machines met stoom gedreven worden en waar voortdurend 14 gezellen, vrouwelijke zoowel als mannelijke, aan den arbeid zijn.
Zij heeft zooveel bestellingen voor het binnen- en buitenland, dat zij er maar zelden toe komt meubelen in voorraad te maken.