Het koninklijk instituut voor de Marine te Willemsoord.
Een kijkje in 't Adelborstenleven,
door J.M. Ente van Gils, Kapitein der Mariniers.
Met illustratiën.
(Vervolg en slot van blz. 279.)
Den 14en Juli 1842 deelde de Directeur-Generaal van Marine J.C. Rijk aan den Schout-bij-nacht titulair J.C. Koopman, militair-commandant van het Koninklijk Instituut van de Marine te Medemblik, mede dat het Z.M. behaagde, ‘dat die mast als eene blijvende herinnering aan eene opoffering, Neêrlands alouden waterroem waardig, nergens doelmatiger geplaatst kon worden, dan daar waar de jongelingen opgeleid werden, die eenmaal, zoo noodig, het voorbeeld van Van Speijk zouden volgen.’
hr. ms. zeilkorvet ‘urania’.
Door den photograaf C. Kloens.
De mast moest op hoog bevel voor het gebouw geplaatst worden.
Toen de mast aankwam werd door de Luitenants ter zee 1e klasse J.C. Pilaar en J. van der Moore de echtheid der zegels nagegaan en daarna de uithakkingen met looden platen voorzien.
Den 4en Augustus werd met groot ceremonieel voor het eerst de Nederlandsche vlag aan de stang geheschen, waarbij Z.M. de Koning tegenwoordig was.
Ja! 't scheepje was niet groot,
Nochtans een waar kleinood.
De ‘Urania’ van thans, die hier naar een photographie, door een adelborst gemaakt, is afgebeeld, is een dochter van de oude zeilkorvet ‘Urania’, die in 1831 ontworpen werd door den ondercondueteur 1e klasse Schuijt. Den 16en April 1832 liep zij van stapel en den 29en April 1834 deed zij haar eerste reis.
Toen in 1850 de adelborsten naar Breda werden verplaatst, kreeg zij een geheel andere bestemming en moest zij de brik ‘Pegasus’ te Rotterdam als kostschip vervangen op den 1en April 1851.
Toen de adelborsten in 1855 op de ‘Rhijn’ hunne opleiding genoten, moest de ‘Urania’ weder als instructievaartuig dienst doen.
In 1856 echter, toen de ‘Kortenaer’ de plaats van de ‘Rhijn’ innam, werd daarbij bepaald, dat dat linieschip tevens instructievaartuig zou zijn, en bij resolutie van 5 Februari 1857 No. 5 zou de ‘Urania’ in plaats van de brik de ‘Zeehond’ des zomers met de adelborsten op de Zuiderzee en de reede van Texel kruisen.
In 1865 werd een nieuwe ‘Urania’ op stapel gezet; in 1867 kwam zij in dienst en ondernam in 1868 haar eerste reis.
De oude ‘Urania’ werd herdoopt in ‘Astrea’ en sleepte al piepend en zuchtend in 't natte dok haar bestaan voort, om zich op haren ouden dag nog verdienstelijk te maken voor de zeilexercities der adelborsten. In 1888 was dit scheepje echter zoo vervallen, dat het plaats maakte voor den buiten dienst gestelden schoener ‘Aruba’.
Hiermede de afkomst der ‘Urania’ geschetst zijnde, wilde ik u even iets naders omtrent dat scheepje mededeelen. Niet dat ik u met de geheele inrichting wil bekend maken, doch alleen vermelden, dat het tweede studiejaar en vroeger ook het oudste jaar des zomers, met dit scheepje ging varen, doch dat dit jaar hier eene verandering in is gebracht, zoodat nu alleen de 2e afdeeling er op geplaatst wordt en de oudste adelborsten geplaatst worden op Hr. Ms. pantserdekschip ‘Noord-Brabant’, waarmede gedurende vijf maanden een reis zal worden ondernomen op den Oceaan.
Op de ‘Urania’ vervullen de adelborsten bij beurten alle diensten, waartoe zij later geroepen kunnen worden, onder het toezicht der officieren. Het eene oogenblik zijn zij officier van de wacht om daarna weer op de riemen in een sloep te zitten; doch het leven is er vroolijk en gezellig en het best zou u dat blijken, wanneer gij eens even een kijkje kondt nemen in hun verblijf ‘de Nor’. Ja, wanneer gij daar eens onverwachts zoudt komen binnenvallen, zoudt gij soms koddige tooneeltjes zien, want waarde lezers, ‘de Nor’ is een verblijf, dat van gedaante verwisselt al naarmate den tijd van den dag en het gebruik dat men er van maakt: dàn is 't toiletkamer, dàn weder eetzaal, dàn doet de grond, de tafels of wat dan ook dienst om de jonkers in de meest gemakkelijke houdingen hun siesta te doen genieten. Doch laat ons er een kijkje in nemen op een gedeelte van den dag, dat de meesten door den dienst in beslag zijn genomen. Op 't oogenblik zijn in de zeer beperkte ruimte slechts enkele adelborsten bezig den tijd zoek te brengen; één zit er onder 't genot van een pijpje in een groot boek het journaal in te schrijven, waarin de geheimen van de wacht worden opgeteekend, en daar hij daarvoor de halve tafel noodig heeft, loopt hij ondertusschen gevaar dat zijn inktkoker over dit document wordt leeggestort, daar een ander