Zijn laatste verzoek.
‘George Ferguson, gij zijt te ver gegaan.’
Bleek van verontwaardiging en beleedigden trots, keek het jonge meisje hem strak in het gelaat.
‘Waarom, Laura?’ stamelde hij, in een hulpelooze verwarring. ‘Ik - ik - ik dacht niet, dat je het zoo erg zou vinden.’
‘Dat ik het niet erg zou vinden?’ echo'de zij, met kouden spot. ‘Denkt ge, mijnheer, dat een kennismaking van tien of twaalf maanden u recht geeft tot een ongevraagd voorrecht, waarop zelfs zij, die ik sedert jaren ken, geen aanspraak durven maken? Hebt ge geen idee van de beteekenis van het woord verwaandheid?’
Wat had de jonge man gedaan? Door hare schoonheid bekoord, en bedwelmd door den gloed harer oogen, had hij in eene opwelling van hartstochtelijke liefde haar een kus gegeven. Stom van ontzetting over de verontwaardiging van het meisje zat George Ferguson als verslagen, hij voelde, dat hij misdaan had; voor de verontwaardiging van het hoogvoelende meisje kromp hij ineen.
‘Dat moet het einde onzer kennismaking zijn, mijnheer Ferguson,’ zeide zij. ‘In vele opzichten is die zeer aangenaam geweest; ik had u leeren hoogachten; ik heb u leeren kennen als een man van hooge en edele bedoelingen, vrij van trivialiteit en zwakheid, vrij van die onduldbare zelf-aanmatiging, die de geest dezer eeuw bijna zonder uitzondering aan ieder jongen man uit de moderne samenleving schijnt te verleenen; gij hebt u zelf van het voetstuk, waarop ik u verkeerdelijk had geplaatst, geworpen. Mijnheer Ferguson,’ vervolgde zij, ‘hierna zullen wij vreemdelingen voor elkaar zijn.’
‘Het zij zoo, Laura Jones,’ antwoordde hij, toen hij zijn zelfbedwang herkregen had. ‘Ik zal u het recht niet ontzeggen mij van u te zenden, hoe vreeselijk ik ook dit alles moet vinden. Ik buig mij voor uw wil; van nu af zijn wij vreemdelingen. Maar vóór ik u een laatst vaarwel toeroep en mij in de wereld begeef als een gebroken, verlaten man, wiens laatste hoop vervlogen is - vóór ik voor altijd de nabijheid van haar verlaat, in wier gezelschap ik zoo heerlijke uren heb doorgebracht, en wier herinnering zal blijven voortduren al die lange hartelooze jaren, die ik mijn lichaam nog zal hebben voort te sleepen, heb ik u een laatste verzoek te doen.’
‘Dat is, mijnheer?’
‘Laura Jones, ga dan eerst van mijn schoot!’