verkreeg door onverflauwden ijver en onvermoeide inspanning tot het uiterste gedreven, wat onze moderne critici en nog brutaler en eerzuchtiger kunstenaars ‘peuteren’ noemen.
Deze onvergelijkelijke meesters van het penseel begonnen te teekenen als gold het hun leven en zij schilderden zonder ophouden, met de grootste zorg steeds de natuur bestudeerend. Het is, dank aan zulke studiën, dat Hals dezen heer Pieter Tiarck (hoogst waarschijnlijk een Amsterdammer) op de wondervolle manier afschilderde, zooals onze afbeelding aantoont, juist zooals hij in 1608 zich vlug omdraaide op zijn stoel (een manier, eigen aan vele modellen van Hals) en, de ontloken roos nog in zijn hand houdend, zóó zijn gelaat ophief, dat de schaduw van zijn breedgeranden hoed zijn oogen niet bedekte, die naar den schilder opkeken.
Daar hij stellig een man van zaken was, voor wien tijd de waarde van geld had, ging hij zeker poseeren met dezelfde beslistheid als die hij ten toon zou spreiden bij elke andere bezigheid.
Energiek en vastberaden, de aandacht trekkend door de zelfbeheersching en sluwheid van zijn trekken en gelaatsuitdrukking, spreekt uit zijn geheele uiterlijk zijn levensgeschiedenis, waarvan zich Hals geheel en al meester maakte en voor de toekomst bewaarde zoolang als verf en doek kunnen duren. Deze duurzaamheid zal, zonder bijkomende omstandigheden, zeer lang zijn, als de volgende drie eeuwen niet meer veranderingen brengen in Tiarck's portret dan de laatste eeuwen het deden.
De uitvoering van dit wonderwerk is het genot en de wanhoop van ontelbare kunstenaars. De een roemt de modelleering der gelaatstrekken, een ander de behandeling van den kraag in zijn tallooze plooien - ieder daarvan een studie op zichzelf - en toch is het geheel zoo breed als de breedste die Rubens of Rembrandt ooit schilderde; het is een technisch meesterstuk, waarvan de bewerking slechts door een schilder ten volle kan gewaardeerd worden. Ook de uitvoering der hand is niet minder wonderschoon.
Men zou denken dat zulke verdiensten als dit portret bezit, reeds dadelijk den artist algemeene erkenning zouden hebben verzekerd. Toch is Frans Hals eerst in de laatste jaren op zijn waarde geschat geworden. Tot in 1882 werd geen Hals in Engeland verkocht voor meer dan 200 pond; de gewone prijs van zijn werken was vijftien tot twintig pond.
Nu echter gaf de heer Quiltin meer dan vier duizend pond voor het portret van Pieter Tiarck, waarvan de reproductie vóór ons ligt.