deelte van de reis nu volgde, had zij zoo weinig mogelijk bagage meegenomen. Behalve de voor de leprozen bestemde benoodigdheden, als wollen kleedingstukken, thee, [...] tabak, had zij niets meer bij zich dan een [...] een zweep en een tasch met de allernoodzakelijkste artikelen. Haar reiscostuum bestond uit een strooien hoed, die haar gelaat tegen de zonnestralen beschutte, een lange jas met ruime mouwen, een wijden broek en hooge laarzen, die tot aan de knieën reikten. Daarbij had zij zich voorzien van een muskietennet, want over dag heerschte er een tropische hitte in de streek, die de reizigers doortrokken, en hadden zij een ondragelijken last van paardenvliegen, muskieten en dergelijke insekten. Wilden zij midden op den dag eenige uren ongestoord rust hebben dan waren zij genoodzaakt in de tenten vuur aan te leggen, om de muskieten door den rook te verdrijven. Slechts bij nacht konden zij hun weg door de dichte wouden vervolgen en dan hadden zij met een vinnige koude te kampen. Als men, zooals miss Marsden, nimmer paard heeft gereden en men ziet zich genoodzaakt de Siberische wildernissen door te trekken en daarbij, op een ongemakkelijken, houten zadel gezeten, een woesten, ongetemden ponny te berijden, is dit geen gemakkelijk begin en niet geschikt om er iemand tot een hartstochtelijk liefhebber van te maken. Op iederen afstand van tweeduizend mijlen kreeg zij ongeveer zes maal versche paarden en verscheidene der mannen, die haar vergezelden, zakten, toen zij halfweg waren, in elkander van vermoeienis. Met
opengereten knieën en enkels, doch zonder andere kwade gevolgen van den inspannenden en langdurigen rit te ondervinden, bereikte zij eindelijk de plaats harer bestemming.
‘Nooit zal ik den eersten melaatsche, dien ik te Veluisk aanschouwde, vergeten,’ deelt miss Marsden mede. ‘Hij zag er niet uit als een menschelijk wezen, maar als een dier, en toen hij ons in het oog kreeg ijlde hij ontsteld heen. Het wordt den leprozen ingeprent, dat zij zich als booze geesten moeten beschouwen, in wier tegenwoordigheid geen Christen zich ooit wagen zal. Men geleidde mij naar de eerste leprozenkolonie. Het hoofd der politie, een zekere Anderowitch, die een onbeperkt gezag heeft over het geheele district - dat eene bevolking van pl. m. 70.000 zielen telt - vergezelde mij. Ik kan niet zeggen hoe ik getroffen was door de wijze, waarop deze edele man met de lijders omging. Toen hij de yourta's of kleine hutjes, waar de melaatschen in wonen, binnentrad, sprak hij hen een voor een hartelijk toe en raakte hen zelfs aan - de grootste vriendelijkheid, die men een leproos kan bewijzen. Toen wij hun de hand reikten, stroomden de tranen hun langs de wangen, zoo groot was hunne dankbaarheid, nu zij als andere menschen behandeld werden.’
De toestand, waarin miss Marsden de leprozen aantrof, gaat alle beschrijving te boven. De ellendige houten hutjes, die hun als woning dienen, hebben geen andere bevloering dan de vochtige aarde, geen ander licht dan wat door de vier duim dikke ijskorst, die gedurende de negen wintermaanden voor glasruit dient, naar binnen dringt.
Een dier hutten vond zij bewoond door zestien mannen en drie vrouwen, die daar gezamenlijk hun rampzalig bestaan voortsleepten. Eenmaal naar deze koloniën verbannen, komen zij met geen andere menschen dan die zelve door de vreeselijke ziekte zijn aangetast in aanraking. De overige wereld bestaat nauwelijks voor hen. Zij, die hun van tijd tot tijd hun ellendig voedsel brengen - gewoonlijk een voorraad bedorven visch, boomschors of stukken bevroren vleesch, waar zij dan ongeveer zes weken of twee maanden op teren - zien hen niet, daar de leprozen hunne yourta's niet mogen verlaten, voordat degene, die hun het voedsel gebracht heeft, uit het gezicht is.
Wat het oorspronkelijk doel van hare reis betreft, het geneesmiddel dat zij meende te zullen vinden, bleek wel verzachting aan te kunnen brengen bij ziekten van scrophuleusen aard, maar geenszins genezing bij lijders aan lepra. Het resultaat van haar verblijf in Siberië is van geheel anderen aard. Reeds vijf zusters uit het prinses-Shachosky-klooster te Moskou hebben haar voorbeeld gevolgd en zich op reis begeven om de lijders te verplegen en te doen wat in haar vermogen is om hun troosteloos bestaan op te vroolijken, terwijl tevens voor de aanwezigheid van een geestelijke in de nabijheid der leprozen gezorgd is. In hoever de verdere plannen, die zij ter verbetering had - het bouwen van twee hospitalen en van door tuintjes omringde huisjes - uitgevoerd kunnen worden, heeft van hare verdiensten in Noord-Amerika afgehangen. Trouw liet zij zich steeds van den toestand der lijders op de hoogte houden en het volgend schrijven, dat door enkele leprozen gedicteerd en door een beambte van het Russische gouvernement in het Russisch overgezet werd, ontving zij tijdens hare afwezigheid.
‘Aan onze geliefde beschermster, miss Marsden. Wij danken u zeer voor de giften, welke gij ons hebt doen toekomen en die wij juist ontvangen hebben. Steeds zullen wij God voor u bidden. Sedert gij ons verliet is er nog geene verandering in onzen toestand gekomen. De vreeselijke ziekte kwelt ons onophoudelijk. In onze ellendige hutten lijden wij koude en honger. God alleen weet hoe rampzalig ons lot is. Den vorigen zomer is de oogst mislukt, zoodat de gemeente ons niet één pond meel kon afstaan; wij hebben zelfs geen behoorlijken ketel om ons theewater in te koken.
Heer, bescherm onze weldoenster, Kate Marsden!’
Als een bewijs hoezeer zij zich in de hoogachting en de sympathie van Koningin Victoria mag verheugen, schonk deze aan miss Kate Marsden een gouden broche, den engel der overwinning voorstellende, die den voet op een parel, waar de aardbol mee bedoeld wordt, laat rusten - naar wij hopen een symbolische voorstelling van den uitslag, welken wij miss Marsden, na haar volhardend streven, van harte toewenschen.