verpakt en verzonden. Dit is in groote trekken de loop der chocolade-fabrikatie.
Natuurlijk is er niet enkel sprake van chocolade-tabletten, maar ook van de verschillende vormen en grootten, die aan het chocoladedeeg gegeven worden: sterren, visschen, eieren, schelpen, figuren, dieren, sieraden van allerlei soort. Zelfs maakt men chocolade pantoffels in levensgrootte, om met bonbons gevuld en met roode lintjes versierd een sierlijk damescadeau te vormen.
Dat ook zuivere cacao, zonder toevoegsel van suiker of specerijen, in groote hoeveelheden wordt gefabriceerd en verbruikt is algemeen bekend. Deze, de meest in poeiervorm in den handel komende cacao, wordt, om ze gemakkelijker verteerbaar en oplosbaar te maken ontolied. Men onderwerpt de reeds beschreven vloeibare cacaomassa aan een gistingsproces, waardoor de kleine plantencellen vernield en de bestanddeelen der cacao geheel gezuiverd worden wat men langs mechanischen weg niet bereiken kan. Dan dwaalt de vloeibare cacao in verwarmde hydraulische persen, waar haar een groot deel van haar vetgehalte ontnomen wordt. Deze zelfstandigheid - gemiddeld omstreeks 50% der boonen - geeft dan de cacaoboter. In een afzonderlijk gebouwden keldergang wordt de ontoliede en afgekoelde cacao nu gemalen, dan door fijne zeeven gegoten en nu is het cacaopoeder gereed.
Deze gemakkelijk oplosbare cacao heeft in het laatste tiental jaren een buitengewone populariteit verworven en het gebruik daarvan stijgt steeds. Het bezit dan ook voortreffelijke eigenschappen zooals weinig andere voedingsmiddelen. In ieder jaargetijde, in iedere luchtstreek vormt het een aangenamen drank, gemakkelijk en wel te bereiden, goed smakend, licht verteerbaar, daarbij buitengewoon voedzaam. Het is ons zoowel op reis als te huis onontbeerlijk geworden en heeft zoowel in de keuken van den rijke als van den arme toegang gevonden. Vooral de Hollandsche cacao van onze groote fabrieken, waarvan de namen ieder als van zelf op de lippen komen, is zelfs in het verre buitenland zeer gezocht.
De cacaoboter, waarvan wij zooeven den oorsprong beschreven, wordt in tamelijk groote, drie of vier centimeter dikke tabletten bewaard en in apotheken, drogist-, zeep- en parfumeriewinkels verkocht. Deze uit plantenvet bestaande boter heeft de goede eigenschap eerst na langen tijd ranzig te worden en wordt daarom voor zalven, pomaden, blanketsel en zoo meer met voorliefde gebruikt.
Zels de schijnbaar waardelooze overblijfselen van cacaoboonen, de schalen, worden nog gebruikt en op de wijze der koffie als drank gebruikt - de zoogenaamde cacaothee,
Dat het eindelijk bij zulk een kostbare vrucht niet aan pogingen tot vervalsching ontbreekt, ligt in den aard der zaak.
Overigens is de vrees voor vervalschingen juist in de suikergoed-industrie zeer overdreven. Wat is er al niet over chocolade-vervalsching geschreven! Wie echter een groote fabriek van suikergoed bezichtigt en opmerkt hoe alles openlijk en zonder eenige geheimzinnigheid geschiedt, hoe bereidwillig iemand een blik gegund wordt bij iedere bewerking, die zal er van overtuigd raken hoe verrassende netheid, zindelijkheid en regelmatigheid hier overal heerscht van den kelder tot de zolders, van de blinkende koperen stoommachines tot de boezelaars der arbeidsters, die zal ook tot de overtuiging geraken, dat de hedendaagsche suikerbakkerij, ten minste wanneer zij door goed bekende firma's worden gedreven, een in ieder opzicht zindelijk vak is, dat volstrekt niet de openbaarheid behoeft te vreezen.
Nu echter verder naar de fabricatie van andere suikerwaren. Wij komen in de bonbon-afdeeling. Daar is een groote stoombakketel, waarin zeven tot acht centenaren suiker op eens gereinigd en gezuiverd worden. Daarnaast staan op een open haardvuur blanke koperen kannen waarin de gezuiverde, licht vloeibare suikermassa gegoten en met die toevoegsels voorzien wordt, die er den bonbonsmaak en kleur aan moeten geven. In deze kannen wordt de bonbon- of caramelmassa, zooals zij officieel genoemd wordt, helder gekookt en dan, nog kokend, op groote ijzeren tafels uitgegoten. Deze met koude waterspoeling voorzien, nemen telkens 50-100 pond der taaie massa op, die weldra door cylindermessen tot vierkante bonbons gesneden of op koperen vormrollen tot kleine figuren bewerkt worden.
Bijzonder interessant is de vervaardiging der zoogenaamde zijden bonbons en de zuurachtige Engelsche ‘rocks’. Deze bonbonsoorten hebben alle de sierlijkste, bontste patronen; zij zien er uit als een doorgesneden stuk kabelijzer, waarin men de afzonderlijke draden, waaruit het bestaat, duidelijk onderscheiden kan.
Hoe komen deze bonte patronen in de bonbons?
Zien wij toe! In vijf koperen kannen staan vijf verschillende soorten gekruide en gekleurde bonbonmassa's; uit ieder dezer mengsels neemt een man een klomp van omstreeks acht pond en vormt daaruit een langwerpige rol; dan worden deze vijf rollen tot een enkele samengerold, tot een vijfkleurige reuzenbonbon van 40 pond gewicht, en deze omstreeks een halve meter lange bonbon wordt met een wit caramelhulsel omringd. Zoo lang hij nog buigzaam is, wordt hij snel door heen en weer rollen aan een spits toegepunt en dan van de punt uit in dunne stangen getrokken, die men in rolvormige stukjes bonbons snijdt. Waar men ze ook doorsnijdt, vindt men steeds het vijfkleurige bonte patroon terug. Dit is verrassend eenvoudig en voor de leeken zeer interessant om te zien.
Niet minder belangwekkend is de blik op de confituren-afdeeling, waarin wij nu komen.
Hier worden de fijnere dessert- en schuimkoekjes vervaardigd. De heele manier der fabrikatie wordt nu meer ingewikkeld; in plaats der in het groot werkende machines treedt de menschenhand op. Koks met witte mutsen en werklieden met witte boezelaars doen hier met groote voorzichtigheid en pijnlijke netheid hun werk. In blinkende koperen ketels wordt sneeuw-witte suiker door middel van stoom opgekookt en dan op een marmeren plaat tot crème of fondant geslagen. In deze grondstof mengt men vervolgens allerlei vruch-