Hans von Bulow.
Een der eigenaardigste figuren van de in onzen tijd zoo in belangrijkheid toegenomen muzikale wereld is den 13en Februari te Kaïro overleden.
Hans von Bulow was ongetwijfeld een groot kunstenaar, maar zijn aardigheden als mensch hebben misschien zijn roem als kunstenaar verduisterd. Als pianist streefde hij zelfs Rubinstein nabij, als dirigent overtrof hij alle bekende orkest-directeuren; als componist bleef hij slechts middelmatig. Het werk van anderen vertolken, de geheimste bedoelingen der groote meesters te raden, zich door te dringen van hun geest, hierin was von Bulow bepaald eenig, maar eigen scheppingskracht bleef hem ontbreken, en het bewustzijn van dit gemis werd wellicht oorzaak van zijn zonderlinge manieren, zijn scherpe, vaak onbillijke critiek op den arbeid van anderen, zijn bitse uitvallen in het openbaar, en zijn rusteloos zwervend leven. Hij achtte het vele wat hij bezat voor niets en treurde om het eenige dat hem ontzegd bleef.
Bulow werd den 8 Januari 1830 in Dresden geboren en ontving zijn eerste onderricht in pianospel van den bekenden pianist Wieck. Hij zou eerst advocaat worden, maar deze studie liet hij weldra varen, en ging in 1849 naar Zurich bij Richard Wagner, wiens leerling en profeet hij weldra werd; tot loon daarvoor maakte deze Meester hem zijn vrouw afhandig. Cosima Liszt, zoo heette zij, had Bulow verscheidene kinderen geschonken, maar dit belette haar niet den leerling te verlaten om den meester aan te hangen. Nadat Cosima wettig van von Bulow gescheiden was, huwde zij Wagner, en deze familiegebeurtenis bracht wel verwijdering, maar toch geen vijandschap tusschen beide musici teweeg.
Bulow's hart was verdeeld tusschen Beethoven en Wagner; deze beide helden der muziek waren en bleven tot het laatst zijn afgoden, wier roem hij op zijn eigenaardige luidruchtige wijze overal trachtte te doen erkennen.
Na den treurigen afloop van zijn eerste huwelijk trouwde von Bulow met een actrice, Marie Schanzer, die hij gedurende zijne werkzaamheid als muziekintendant te Meiningen leerde kennen.
Het is bekend dat hij dit eerst tamelijk onbeduidende orkest tot een verbazende hoogte van kunst wist te verheffen, het in Duitschland beroemd maakte en overal de schitterendste triomfen deed vieren.
Het laatste was Bulow orkest-directeur in Hamburg, terwijl hij tevens in Berlijn de philharmonische concerten leidde; zijn plaats zal niet gemakkelijk vervangen kunnen worden.