Op weg van genezing.
Wie kent ze niet, die zoete uren, gevolgd na een ernstige ziekte, als met de herstellende krachten de levenslust weer langzaam toeneemt en de belangstelling in de dagelijks terugkomende kleinigheden van het leven terugkomt, als het doorgestane lijden niets anders meer is dan een pijnlijke herinnering aan nachten zonder rust, aan dagen vol pijn en angst, alleen verzoet door de zorg en liefde der omstanders? Wat een genot dan ook, over die droevige dagen te spreken! Is het herdenken van doorgestane ellende dan niet later het grootste geluk, wanneer dat leed tot het verledene behoort en geen droevige sporen heeft nagelaten? Men wordt niet moede, te hooren van hetgeen in dien tusschentijd gebeurd is; er is immers zooveel wat men miste, zooveel wat men ons verborgen hield.
Op meesterlijke wijze heeft de Fransche schilder dat langzame terugkeeren van de poorten des grafs tot het volle, rijke leven in zijn schilderij afgebeeld. Die twee lieve, jonge vrouwen hebben veel in te halen; de zieke luistert vol aandacht, de andere is gelukkig het oude vuur weer in de oogen harer vriendin, hoe verzwakt zij ook zijn moge, te zien opflikkeren. Zij heeft ook zoo gevreesd, zoo gebeefd; geen wonder dat beider hart dankbaar klopt, nu die zieke zoo goed vordert op den weg van beterschap.