Vlaamsche herberg uit den tijd van Maria Theresia.
Het herbergleven is ten allen tijde in Vlaanderen zeer ontwikkeld geweest. De schilders kozen bij voorkeur hun modellen in de taveernen, waar boeren, burgers van elken rang en stand, en militairen, zoo gaarne, onder kaartspel en bij een glas schuimend bier en een pijp, hun avonden doorbrachten. Op het schilderij van Godding schijnen de gasten van tamelijk hoogen rang, en aan de kalmte, die op hun gezichten te lezen staat, zou men zeggen, dat de inzet van het spel niet zeer hoog is, en het hun meer om verstrooiing dan om winst te doen is.
In elk geval zij schijnen allen zeer op hun gemak te zitten; de waard heeft er zich bijgezet en volgt met aandacht de verschillende slagen; zijn blozend dochtertje schenkt den heeren nog eens in en glimlacht even om het aardigheidje, dat die eene gast, dicht bij den muur, haar toevoegt.
Geen van allen vermoedt dat zij aan den vooravond staan van gewichtige gebeurtenissen, van bloedige oorlogen, opstand, plundering, verwoesting. Wie weet welke vreeselijke dingen ons vijftal, dat nu zoo gezellig bij elkander zit, kalm en tevreden onder de moederlijke regeering der goede Maria Theresia, nog hebben moeten doorleven en met welken weemoed zij eens terug dachten aan deze rustige, vreedzame avonden.