Keizer Constantijn gaf zelfs een wet, waarbij de verlovingsgeschenken, als een kus hen vergezelde, bij den dood van den bruidegom voor de helft aan de bruid en haar erven moesten overgaan. Deze wet ging later in de rechtspleging van alle europeesche staten over. Het voortschrijden der beschaving heeft ook het rijk van den kus steeds meer en meer uitgebreid; hij is nu niet alleen een voorrecht van de geoorloofde liefde en den godsdienst, doch ook een afgesleten munt geworden, die tusschen allen gewisseld wordt, zonder onderscheid des persoons. Ook strekt hij zich niet enkel uit tot den mond en de wangen, maar ook tot de oogen, het voorhoofd, de hand en den voet.
Nergens is de gewoonte van het kussen zoo verspreid als in Rusland. Men is daar geen oogenblik zeker, niet onvoorziens een kus te krijgen, zelfs van menschen, die ons alles behalve sympathiek zijn. Opmerkenswaardig zijn de massa's kussen, op den Paaschmorgen gegeven, wanneer de voorname grondbezitters zelfs den smerigsten boer den wang tot een kus moeten reiken.
Bij ons heeft de kus nooit zulk een belangrijke beteekenis gehad, maar aan zoetheid en innigheid heeft hij echter niet verloren. Nu eens vervult hij ons van vreugde, dan schijnt hij ons een bittere plicht toe; dan is hij het voorwerp van een diefstal, nu eens de stomme taal der liefde. Iets aandoenlijks ligt in den kus van het kind, iets plechtigs in dien der ouders, iets heerlijks in dien der vriendschap.