De sarcophaag van keizer Frederik.
In het park van Sans-Souci, het zomerpaleis der Pruisische vorsten, verheft zich schilderachtig tusschen het groen de Friedenskirche, waarin Frederik Wilhelm IV begraven is; daar ook is thans de prachtige, marmeren sarcophaag opgericht ter eere van zijn neef keizer Frederik, den vorst, die slechts zoo kort de keizerskroon dragen mocht.
Het monument is den edelen monarch ten volle waardig en werd ontworpen door den beeldhouwer Reinhold Begas en den architect J. Roachdorf, beiden beschermelingen des overleden keizers en wien hij de uitvoering toedacht der kunstwerken, waarmede hij, gedurende zijn regeering, de hoofdstad hoopte te versieren. Het mocht niet wezen, de wreede dood besliste anders; en het is zijn graftombe alleen, welke zij thans geroepen werden te versieren.
Onder een sierlijken ronden koepel verheft zich de witmarmeren sarcophaag; het voetstuk herinnert aan die der praalgraven van de koningskapel in Granada, welke keizer Frederik op zijn laatste reis naar Spanje zoo bewonderde, zoodat men zelfs beweert, dat hij dezen vorm voor zijn eigen grafsieraad uitkoos.
Op deze tombe rust het beeld van den keizer, een schoone, majestueuze gestalte, schijnbaar slapend; het hoofd is een weinig op het kussen gebogen, onder de schouders en over het lichaam vormt de nederhangende mantel rijke, sierlijke plooien, de handen zijn gevouwen over den lauwerkrans en den veldheerstaf. Aan een der hoeken van het voetstuk houdt de rijksadelaar de wacht; het geheel ademt een onbeschrijfelijke kalmte en vrede; de held van zoovele veldslagen, nedergeveld door een onverbiddelijke ziekte, rust nu uit van den zwaren arbeid van zijn leven, van de vaak ondraaglijke pijnen, die hij met zooveel heldenmoed, zonder klagen heeft doorstaan.
Wie nu Berlijn bezoekt en het beroemde Mausoleum van koningin Louise gaat zien, zal ook niet verzuimen een bezoek te brengen aan het monument van keizer Frederik, dat zulk een roemvol getuigenis aflegt niet alleen van den edelen doode, te wiens eere het opgericht is, maar ook van het genie van den kunstenaar, die het klaarblijkelijk met zooveel liefde en eerbied uitvoerde.