De Huisvriend. Jaargang 1891(1891)– [tijdschrift] Huisvriend, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 388] [p. 388] dansles. Naar F. Lefler. Twee rococo-schilderijtjes. (‘Dansles’ en ‘Galanterie’). Twee hofpartijen in het klein, Tafreeltjes van Watteau, Twee groepjes Saksisch porselein, Echt genre rococo. Dat danst en zingt en musiceert En schertst naar hoofschen trant. Dat buigt en lonkt en coquetteert, Den waaier in de hand. Wat treedt de kleine danser fier, Met licht geschoeiden voet, Naar 't danseresje, dat vol zwier De rokjes schomlen doet. De kleine meester van 't ballet Geeft hupsch de pasjes aan, En 't paartje danst de menuet Op groen fluweelen baan. Een bloemtuil, vol galanterie Der danseres vereerd, Wordt, blozend van coquetterie, Door haar geaccepteerd. 't Is àl den grooten afgezien In houding, taal, manier, Dat spel, onkinderlijk misschien, Maar rijk aan hoofschen zwier. Zoo vindt de menschenmaatschappij In 't kinderspel haar beeld: 't Is 't lied, door jongren vrij en blij Den oudren nagekweeld. De jonkheid is in onzen tijd Zoo lief niet en galant. Wij zelf zijn de oude vormen kwijt: Nu wordt de jeugd.... astrant. Arthur. Vorige Volgende