Door het bosch.
Rond te dwalen door een bosch, met tien of twintig tegelijk, op een heerlijken zomerdag, om er bloemen te plukken en vlinders te vangen en naar hartelust verstoppertje te spelen, - is er grooter genot voor de jeugd denkbaar? Maar ‘moederziel alleen’ datzelfde bosch te moeten doorkruisen, zonder kameraadjes en speelmakkertjes, met een welgevulde boodschappenmand aan den arm, heeft voor een kind iets griezeligs. Want al schijnt de zon ook nog zoo helder, het is soms erg donker op die smalle paadjes onder de hooge boomen; en al zingt er hier en daar een vogel, het is toch geweldig stil en eenzaam in zoo'n groot bosch. Zoo schijnt het meisje op onze plaat er óók over gedacht te hebben; en daarom heeft zij haren viervoetigen speelkameraad, den sterken Bruno, medegenomen, toen zij door het bosch naar de stad moest. Ander geleide kon zij niet krijgen: vader is reeds vóór dag en dauw aan zijn werk op 't land gegaan, en moeder - och, hare arme, lieve moeder is zoo ziek, dat zij bijna niet staan, veel minder loopen kan. Truida doet al wat in haar vermogen is om haar tot steun en hulp te wezen; zij zou voor hare moeder door een vuur loopen - en dus zeker wel door een bosch! Maar toch neemt zij veiligheidshalve Pluto mede: men kan nooit weten wat er gebeurt. En zoo vervolgen zij samen hun weg tusschen de boomen en struiken, onder het dichte bladerdak, waar de zon doorheen speelt en de lucht zoo heerlijk ruikt. Wie zou hun geen voorspoedigen tocht en behouden thuiskomst wenschen?