't Hoorns vermaeck'lijck treck-schuytje
(1663)–Anoniem Hoorns Vermaeklijck treck-schuytje, 't– AuteursrechtvrijStemme: Daar was een Herderinne stout.
AL scheydt het Y, en Zuyder-Zee
My af van ons geboorte-stee,
Waar ghy, mijn waarde soete-lief,
Leeft vroolijck by uw Vrinden,
Ik bid u, laat dees' Minne-brief
Genade by u vinden.
Ick moet nu in mijn eensaamheydt
Gaan doolen sonder u geleydt,
| |
[pagina 127]
| |
Nu ick u vriendelijck gelaat,
En soete mondt moet derven,
Hebt mede-lijden met mijn staat,
En laat my troost verwerven.
Ick bid u Engel, laat u raên,
Neemt my doch voor uw Minnaar aan;
Gelooft geen nijd, noch laster-tongh,
Die twist, en tweedracht zeyen,
Maar haat dat lasterlijck bedrogh
Die reyne Liefd' doet scheyen.
De duyst're nacht, mijn klagend' hert
Een doolhof vol gedachten wert,
Die als een helder morgen-root,
En Zonne-schijn doet straalen,
Ik bid u , dat ick in uw schoot
Mijn adem mach verhaalen.
S.I. |
|