't Hoorns vermaeck'lijck treck-schuytje
(1663)–Anoniem Hoorns Vermaeklijck treck-schuytje, 't– Auteursrechtvrij
[pagina 105]
| |
[pagina 106]
| |
'k Voel mijn Ziel uyt 't Lichaam vaaren,
En mijn Leden al verdooft:
Maar soo ras ick mijne Lippen
Slaa aan 't Glas, en Bacchi Nat,
Voel door al mijn leden slippen,
Raeck ick weêr op 't levens-pat. &c.
't Was vry wat als ick de rantjes
Van uw roo Corale Mondt,
Wachters van uw witte tantjes,
Drooghjes aan mijn lippen vondt:
Nu soo stroomt mijn mondt van lusten,
Als Godt Bacchus my wat vleydt,
Kus ik Dighjes, 'k gaa dan rusten,
Dubbelt leven in hem leydt. &c.
't Glinst'ren, en 't gelonck uw 's ooghjes,
Zijn voor die daar lust in vindt,
| |
[pagina 107]
| |
Voor die tijdt maar Minne-vooghjes,
D' ander tijdt niet meer als windt.
'k Wil dan liever Bacchus minnen,
Want sijn luyster duert altijt,
Als door mijn verliefde sinnen
Haast te raacken 't leven quijt. &c.
|
|