Den Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift
(ca. 1745)–Anoniem Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift, Den– Auteursrechtvrij
[pagina 157]
| |
Hoe fel myn ziel ook blaakt, hoe teêr
Ik Thirsis min, 'k veins m'onbewogen,
Ik hou my straf, maar 't hert
Voeld zig verscheuren door zyn groote rouw en smert
En 'k derf hem niet doen zien myn mededogen.
2.
Ik klaag geboomte het u alleen,
Maar wagt u 't iemand te verhaalen,
Maakte ons den Hemel 't lot gemeen,
Waarom ons Liefde te bepaalen?
En waarom mag men niet
Een Minnaar, die ons hert door trouwe Min gebied?
Doen van ons hert en liefde zegenpralen.
3.
Gelukkig zyt g', eenvoudig Vee,
Dat niemand uwe vlam kan deeren
En dat gy, zonder schroom, in vreê,
Geniet uw lust en drifts-begeeren:
Ach! Pluim-gediert, dat bly
Uw zat drinkt aan die groote en zoete lekkerny,
'k Beny uw vreugd, die niemand niet kan keeren.
|
|