Den Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift

Lof der zalet-jonkers.

't IS thans de mode jemy,

Op meenig Accademy,

Te worden Candidaat
En, zonder zig te schamen,
Promosies te beramen,
Eer men het regt verstaat.

Men ziet thans gantsze hopen
Van Candidaten lopen,
Gants felten by me zool,
Wiens glorie nooit verdonkerd,
Schoon haar geleerdheid flonkerd
Gelyk een doove-kool.

Als zy maar op Zaletten,
Gestigt op Franszen wetten,

[p. 90]

 

't Is waar 't geen ik vertel,

 

Strykades mogen maken,

 

Voor geblankette kaken,

 

Dan is 't gewonne spel.

Dan strekken zy tot Doffers
Voor jeukerige Joffers,
Elk is een Don Quichot
En lopen, langs de straten,
Met al haar Frans te praten,
Voor ieder een zyn spot.

Dan treden zy als Paauwen,
Niets kan haar moed verflaauwen,
Op haar portuur parmant
En kakelbonte veeren
En willen gaan paszeeren,
Voor geestig en galant.

Maar, ach! bedurven tyen,
Daar zig de Luy meê vlyen,
In enkel waan en schyn,
Want of die grootsze Gekken
Zig met fernis bedekken,
Men weet wel wie ze zyn.