Hollands Maandblad. Jaargang 2011 (758-769)(2011)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Barbaarse tweelingspier onooglijk Hugo Brandt Corstius Krampaanval kreeg de bewoner van het afbraakpand. Langzaamaan werd onze dichter ook een taalraadsman. Barbaarse badplaatsen leveren op betaaldag bestaansangst. Saffraangeel is de prachtige tint van een zeenaaktslak. Altaarnis is de ideale plek voor een gevoelige gitaarklank. Afhaaldienst is waarachtig niet nodig bij een griepaanval. Najaarsstorm doet mij altijd denken aan een bomaanslag. Bastaardwoord schoot mij te binnen in een voorjaarsnacht. Halfjaarlijks zie ik in de druiftuin een dronken wijngaardslak. Aangestapt komt elke avond een geniale babbelaar: de nachtegaal. Aangenaam maar laagbetaald is een goede spraakleraar. Aalbessen schenk ik 's zomers altijd gul aan iedere bedelaar. Waandenkbeeld over een maagdenpeer komt vaak in mij neergedaald. Taalbegrip voor een woord als ‘haantjepik’ is ideaal. Aangezien een paardendief hinnikt, schrik ik als paard iedermaal. Aartshertog komt aangesloft en kijkt, lijkt 't, in zijn bodemkaart. Zaadverkoop is misschien de stille gedachte van een moordenaar. Aartslelijk klinkt mij te vaak een verzonnen schrijversnaam. Gemeenschap door gezuip is de voornaamste taak van een barkeeper. Bespreekbaar zijn onzinnige raadsels, verzonnen door dwaalgeesten. Beleefde mensen fêteerden een ezel die bezeten gekscheerde. Geneesheer toont zich met fraaie penseelstreek een leermeester. Verbeelding is de ideale bron voor wildvreemde ideeën. Verkeersdienst heeft geen nut voor een kielscheepje in diepzeeën. Geweerkolf is niet nodig in New York, daar bestaat brave bordeelsex. Verpleeghoofd had gescheeloogd bij pijnlijke voorbeelden. Begeerlijk vond ik in die koude winter de Nijmeegse ijseenden. Zeeschildpad is een beest dat onophoudelijk fascineert en badineert. Beeldsignaal van een zeepiraat is niks anders dan een waanidee. Eeltige tweelingen koesteren in hun koppenpaar een kernidee. Vreetchinees lijdt vaak lang en huilend aan een teerlingbeen. Eenlippig maar tweeribbig is indiscreet, dus openlijk: crimineel. Leerlingfi ets is handig vervoermiddel na een pijnlijke hielingsteek. Keerkringzon is de hemelse boodschap van elke dominee. Smeerpistool zag ik eens liggen in een dichtgegroeid boompriëel. Greenwichtijd is de oorsprong van elke tijdschriftreeks. [pagina 35] [p. 35] Missieland is de ideale plek voor het slaken van een passiegil. Limietpaal is voor een misdienaar wraakgierig als aanbieding. Viriele cipiersknecht vernietigt met gemak de miniemste genieting. Rivierkreeft is, mits-ie-leeft, van aard tot staart eerbiedig. Linieschip was bij de missviering een heerlijk vizierschip. Rivierdief stal al ons eten gisteren uit de diepvrieskist. Kritiekpost over iets godsdienstigs heeft altijd iets komiekigs. Hippielook leek dat jochie, maar hij was helaas hoornvliesblind. Limietprijs behaalde dat joch want hij was ook lijfgierig en fi jnsprietig. Biechtroman is voor mij altijd absoluut een favoriet. Fietsslotpaal heeft een enkele maal een kraalprofiel. Knieholte levert bij het rennen vaak de melodie van een explosie. Hieromheen draait het beeldmotief van een zeefossiel. Diepgrondig klinkt voor een pionier als pure ironie. Nietsontziend de nek kapotsteken komt vooral door dierfobie. Nierdonor verdient voor ons goddorie promotie. Viespotlood is als klierhormoon: hoofdmotief voor een droogkomiek. Zielzorglijk is een éénentachtig regels tellende rijmkroniek. Knoflookstank doet de mensen denken aan een gasoorlog. Ontroostbaar hoog is de aankoopsom van een naaldboombos. Mongooltje zijn is geen betooggrond voor een zelfmoordgolf. Godsoordeel bepaalt in topdoorsnee de afloop van elke zeeoorlog. Onthoofding is heel wat effectiever dan een pistoolschot. Onvoorzien zijn de verzonnen redenen voor een wierookgolf. Omhoogsprong van een knoflookworst leidt tot volksoorlog. Zondoorstoofd worden heb je niet vaak bij een Noordpooltocht. Onmooglijk is het om de omlooptijd te voorspellen van een prijsoorlog. Doodsvijand is voor elke politicus een gevaarlijk partijwoord. Voorbijgaan is de dure plicht van een aardrijkspook. Doorkijkje in een opengescheurde blouse is herfsttijloos. Doorschrijfweek besteedde ik aan mijn fraaie zeepijnboom. Voortijling eist tegen een doodstijding: een veilige inrijstrook. Voorbijzien kun je het best door middel van een kiespijndroom. Soortrijkdom is wat de middeleeuwse olijfboom opzijschoof. Voorbijsloop elke kerel die ik het liefst voorbijloop. Hoofdpijnwijn veroorzaakt bij mij een ijstijddroom. IJslandramp is alleen mogelijk in ons Noordelijkste paradijs. Zijaltaar stroomt vol na het overtreden van de aanvangstijd. Snijbrander is een effectief hulpmiddel bij een vechtpartij. Rijkameel bezorgde ons een overheerlijke eetpartij. Nijdassig at zij na de verplichte minnarij haar middagspijs. Bijaldien betaalden we morrend de hoge bieraccijns. IJssalon bleek de geschikte plaats voor een knokpartij. Vijandloos dronk ik, dronken, stom genoeg een fles loodazijn. Rijpartij eindigt vrijwel altijd in een kijfpartij of een vrijpartij. Vorige Volgende