Deze maand
Deze maand was zo'n maand waarin het welhaast onmogelijk leek te besluiten wat onze onverdeelde aandacht waard was. Er was zoveel opbeurends om uit te kiezen! Dienden wij het oog gericht houden op de toestand in de Arabische wereld, die thans nog enigszins lijkt op de successieve implosie van totalitaire regimes, maar meer waarschijnlijk het begin is van een chaos die de komende decennia het aangezicht van ons deel van de wereld zal bepalen? Of moesten wij toch maar een nadere blik werpen op de woekerende schuldencrisis die zowel in de Verenigde Staten als in Europa het openbare leven van tenminste de volgende twee generaties zal overschaduwen? Maar verdienden dan de nucleaire catastrofe in Japan, de vraag of twitterende politici iets te zeggen hebben, en de commotie over het ritueel slachten dan geen nadere attentie?
Er was, wil ik maar zeggen, een kostelijke overdaad van werkelijkheid deze maand. Daarom is het goed dat wij in Nederland elkaar geruststellend toespreken alsof wij allen tienjarigen met leermoeilijkheden zijn. Dit begint met de eerste ontbijtshow op de televisie, gaat door tot de laatste pagina van onze eigentijdse kranten op tabloidformaat, en het is waarschijnlijk de belangrijkste reden waarom wij als natie het gelukkigst zijn van de westerse wereld.
Dit geluk heeft ook een keerzijde. Soms lijkt het alsof wij dermate solipsistisch zijn geworden dat we door de omvang van ons spiegelbeeld niet meer kunnen zien dat we verpletterd worden door ons eigen ego. Het is nogal ongelukkig dat de media er alles aan doen deze indruk te versterken. Gelukkig was er deze maand een ontwikkeling die interessanter en leerzamer was.
Ik doel op de discussie in Canada over de plannen van de overheid om de staatsuitgaven voor literaire tijdschriften te halveren. Canada is een beschaafd maar curieus land. Er is een overheidsfonds ter ondersteuning van tijdschriften van liefst 52,7 miljoen Canadese dollars (circa 37 miljoen euro). Het overgrote deel daarvan komt ten goede aan onmisbare periodieken als Motorcycle Mojo, On-Site Heavy Construction News, Penguin Eggs en V-8 Passion. Voor de literaire tijdschriften resteert 0,02 procent van het geld, en dit kan alleen nog maar opgehaald worden indien men een oplage heeft van meer dan 5000 exemplaren. Van de 36 literaire tijdschriften slagen daarin slechts zes titels. Wat nu zo onderhoudend bleek aan deze kwestie, was de reactie van een der bladen. Daarin werd in alle ernst betoogd dat ‘overheidsinspanningen om de consumptie van literatuur te bevorderen altijd nogal zonderling zijn, zelden goed uitwerken en in feite een typisch Amerikaanse vergissing zijn’. De Canadese literatuur, concludeerde men, gedijt eerder op onze eigen uitzonderlijkheid dan op leesbevordering.
Mooi gesproken, maar toch klonk in deze afwijzing van het Amerikaanse ook iets onmiskenbaar Amerikaans. En dan bedoel ik het belangrijkste advies van de Amerikaanse schrijver E.B. White op de vraag hoe men een geheel eigen literaire stijl kan ontwikkelen. ‘Houd jezelf op de achtergrond,’ zei hij. ‘Je pen is belangrijker dan jijzelf.’ Zo'n duurzaam en antisolipsistisch inzicht verdient ten minste zoveel onverdeelde aandacht als welke mondiale crisis dan ook. - bb