Het slowen is begonnen. Ze hoort de trage muziek uit de woonkamer ontsnappen, even ronddansen in de lege gang en vervolgens naar de keuken sluipen. Ze spant haar linkerkuit aan, tot haar toch al keiharde kuitspieren bijna knappen. De pijn schiet als een steekvlam door haar lijf. Door de kramp trilt haar hele been - met een tempo dat ver boven dat van de slepende beat ligt.
Weggestorven zijn de stemmen. Ook die van Jamy. Zij hangt vast en zeker aan een of ander jongenslijf, met haar zoekende tong tussen zijn lippen. Bah... Hilda spant nu ook haar andere kuit aan. De steken worden ondraaglijk. Ze haalt de spanning eraf door met haar voet te draaien.
Uitgeput kijkt ze om zich heen. De foto van Audrey Hepburn boven het bed irriteert haar - de sigarettenhouder, de handschoenen, de juwelen, de prinsessenblik. En wat hangen er veel spiegels in Jamy's slaapkamer! Belachelijk.
Hilda besluit om even op bed te gaan liggen - naast de berg jassen is nog wel plaats. Moeizaam staat ze op, zet twee passen en laat zich vallen. De grote spiegel vangt haar bewegingen. Het meisje ziet hoe haar hoofd op de bomberjacks ploft en even op en neer veert... Wat is de stof lekker koud en zacht...
Ze ziet zichzelf liggen. Nee, mooi is ze niet. Eerder lelijk. Haar te kleine hoofd verdwijnt bijna in de zee van jassen. De gesmolten walvis probeert haar op te eten...
Voorzichtig drukt ze haar gezicht onhandig tegen de oranje binnenvoering van een jas en sluit haar ogen. Wat ruikt dat lekker. Een jongensgeur?
Een vriend is voor haar niet weggelegd. Met haar spierziekte is ze bij voorbaat kansloos. En zou er per ongeluk iemand interesse in haar hebben, dan is stap twee de eindhalte. Al haar spieren zijn verkrampt, dus ook...
Met haar handen streelt ze het zachte polyamide. Ze voelt hoe het jongenslijf aangenaam tegen haar aan drukt. De borstkas, de schouders. Weg is de pijn in haar benen. Langzaam droomt ze weg op de lome muziek in de verte...
‘Hilda?!’
Ze schrikt wakker.
In de deuropening staat Jamy, met een blikje cola in haar hand. Haar blik is spottend.
‘Ik kom je iets te drinken brengen, maar misschien wil je liever verder slapen?’
‘Sorry, ik moest even rusten... Mijn spieren... Ik ben in slaap gevallen. Is het gezellig?’
‘Best wel. Gewoon een feestje, niks bijzonders, wel chill... Amuseer jij je een beetje?’
‘Maak je om mij maar geen zorgen, ik ben graag alleen.’
‘Nou, dan ga ik maar weer. Ik wip straks nog wel een keertje langs.’
Hilda kijkt haar na. Jamy draait met haar kont. De billen puilen boven de lage broekrand uit.
Ze is een beetje een olé-meisje: oppervlakkig, luidruchtig en egoïstisch. Precies zoals de meeste andere meisjes op school.
Olé-meisje, Hilda bedacht de term nog niet zo lang geleden. Ze heeft een hekel aan die fuifnummers, die pretmakers - het leven is helemaal geen feest... Met een flukse beweging verrekt ze een nekspiertje. De pijn straalt uit naar haar schouders. Een pompende hoofdpijn komt opzetten.
Wat vindt ze school verschrikkelijk. Dat aanstellerige geplaag op het schoolplein, dat stoer doen in de klas - nee, ze begrijpt er geen snars van. En waarom