te kopen wanneer repressie te kostbaar geworden is. Een definitie van democratie is dan, nu weer in Grunbergs woorden bij monde van Yasha, ‘een systeem waarbij de leiders niet al te veel last hebben van het volk en het volk niet al te veel last van de leiders’.
De schrijfstijl van Arnon Grunberg onderscheidt zich door talrijke staccato achter elkaar geplaatste aforismen en oneliners. Hem wordt dan ook wel verweten dat hij te weinig verschil maakt tussen poneren en betogen. Grunberg beweert veel, zo heet het dan, maar hij doet geen moeite zijn beweringen te onderbouwen met een uitgewerkte argumentatie of theorie, die moet de lezer er zelf maar bij bedenken.
En hier reikt niet zozeer de zingevingskunde of de neerlandistiek maar wel de economie de helpende hand aan de lezer van Grunbergs werk. In zekere zin is staathuishoudkunde immers de verzwegen theorie die ten grondslag ligt aan zijn oeuvre. Maar dit is pas de eerste stap, het vertrekpunt de lanceerbasis van de talrijke boeken, columns en andere schrijverij. Beter is het wellicht te constateren dat Grunbergs werk weliswaar wortelt in de economie, maar ook verder gaat waar de economie ophoudt. Zo nonchalant Grunberg aforismen debiteert, zo zorgvuldig en onontkoombaar is zijn wereldbeeld opgebouwd en reikt hij vanuit een economisch wereldbeeld voorbij dat economisch wereldbeeld.
Zo leest men in Grunbergs roman Figuranten uit 1997: ‘Economie valt in vier woorden samen te vatten: geluk is te koop. En iets dat te koop is, daar ga je niet op zitten wachten aan de kant van de weg. Daar ga je op af. Met je portemonnee. En als je geen portemonnee hebt met je creditcard. En als je ook geen creditcard hebt met de portemonnee van iemand anders.’
Zie daar, geluk is te koop. Maar indien dit inderdaad zo zou zijn, althans als de auteur hier werkelijk van overtuigd was, dan zou zijn boek geen functie hebben, ja dan zou alle literatuur futiel zijn. Toch heeft Grunberg gekozen voor het onzekere schrijverschap, en niet voor een betrekking als bankier, actuaris dan wel advocaat of een ander beroep met een zeker bovenmodaal inkomen. Hij is er blijkbaar toch niet geheel zeker van dat geluk te koop is met een creditcard alleen.
En op dit punt wordt de verhouding tussen economie en literatuur relevant. Grunberg schrijft in hetzelfde Figuranten: ‘Alles wat je met geld kon kopen, moest je met geld kopen, en woorden moest je gebruiken voor dat wat niet met geld kan worden gekocht. Gemist worden bijvoorbeeld.’ Uit alles in dit boek en in Grunbergs gehele oeuvre blijkt dat het uiteindelijk om dit punt gaat, om gemist worden, dat wil zeggen: om menselijk contact. Dan is geld toch niet genoeg, daar is meer voor nodig, daar zijn woorden voor nodig, daar is literatuur voor nodig.
Grunbergs literaire universum wordt overigens bevolkt door mensen die ogenschijnlijk gemist willen worden. Om dit te bereiken, zetten ze alle middelen in die ze tot hun beschikking hebben, en uiteindelijk blijken dat alleen woorden te zijn. Voordat zijn officiële romandebuut Blauwe maandagen in 1994 uitkwam, publiceerde Grunberg in eigen beheer onder meer Brief aan M. Van zijn vroege publicaties is dit epistel (na meer dan tweehonderd eerdere) van de toen twintigjarige onbekende schrijver aan Mariette, serveerster in het Amsterdamse etablissement Panini, een sleutelwerk. Niet alleen schrijft Grunberg over zijn onbeantwoorde liefde en over zijn wanhoop daaromtrent, maar tevens over het schrijven zelf. Woorden moeten doen wat de schrijver zelf niet kan: de begeerde, genaamd M., veroveren. De brief mist evenwel doel, en was ook eigenlijk nooit meer dan een wanhoopsoffensief van een jongeling wiens behoefte tot contact slechts overtroffen werd door de angst daarvoor. Vandaar de zin: ‘Ik weet weinig van de dingen waar het werkelijk om gaat. Veel tijd besteed ik aan vluchtwegen.’
Worden de personages in Grunbergs vroege werk vooral beheerst door angst, in de roman Fantoompijn uit 2000 heeft de hoofdpersoon de vrees overwonnen. De angst heeft plaatsgemaakt voor de overtuiging dat alles spel is en dat woorden een middel zijn om dat spel te winnen. In het bijzonder is een relatie