Deze maand
U zult het wellicht niet voetstoots van mij willen aannemen, maar ik koester een groot respect voor de literatuur. Zo groot dat ik er doorgaans gepaste afstand van houd. Als een winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur spreekt, dan luister ik ademloos toe, maar wel vanaf de zijlijn. Zodra door u veelgelezen laureaten als Sully Prudhomme, Bjørnsterne Bjørnson, Frédéric Mistral, José Echegaray y Eizaguirre, Giosuè Carducci, Verner von Heidenstam, Carl Spitteler, Grazia Deledda, Erik Axel Karlfeldt, Frans Eemil Sillanpää, Johannes Vilhelm Jensen, Gabriela Mistral, Pär Lagerkvist, Halldór Laxness, Salvatore Quasimodo, Saint-John Perse, Yasunari Kawabata, Eyvind Johnson en Harry Martinson commentaar geven op de toestand in de wereld, zwijg ik op de distantie die mij past, en dit is in elk geval buiten schootsafstand. Dat de duowinnaars Eyvind Johnson en Harry Martinson in 1974 zelf juryleden waren en zichzelf verkozen boven Graham Greene, Vladimir Nabokov en Saul Bellow, doet hier niet ter zake. Als onsterfelijke schrijvers spreken, dienen stervelingen te luisteren.
Anders gezegd: ik was een en al oor toen de Peruaanse schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur 2010 Mario Vargas Llosa onlangs in ons land verkondigde: ‘Populisme is niet het antwoord op islamitisch extremisme.’ Hoewel hij niet meldde wat dan wel het antwoord is, vonden diverse Nederlandse kwaliteitskranten deze verklaring belangrijk genoeg om op de voorpagina af te drukken. Desgevraagd meldde de schrijver ook nog dat pvv-leider Geert Wilders een populist is ‘die kan uitgroeien tot een moderne fascist’. De Nobelprijswinnaar, die zelf een politieke tocht maakte van supporter van Fidel Castro tot propagandist van het neoliberalisme, verduidelijkte: ‘Het is geen expliciet fascisme zoals in het verleden, maar het gaat wel steeds meer die richting uit.’
Dit was stof ter overpeinzing die ten minste volstond voor deze maand. Hier doemden vragen op als: ‘Wat betekent ‘expliciet fascisme’?; Hoe ver zijn we al in ‘die richting’ gevorderd? Hoe herkennen wij ‘fascisme’ als het niet ‘expliciet’ is? Bovenal prangde de vraag of de gelauwerde schrijver niet alledaags proletendom verwarde met een historisch verschijnsel.
Zelf acht ik mij een ervaringsdeskundige wat betreft proletendom, en ik meen dat men deze levenshouding niet dient te verwarren met fascisme. Niet alleen is zulks anachronistisch, maar ook onjuist, daar dit een uitvlucht biedt onze ogen te sluiten voor het eigen tekortschieten. De proleterige massa telt immers, om Schopenhauer te citeren, altijd één lid meer dan men zelf denkt. - bb
Wij treuren om het overlijden van onze medewerker en vriend vanaf de allereerste jaargang
PETER VOS
(1935-2010)
Fenomenaal tekenaar, Winnaar van o.m. de Zilveren griffel, de Gouden Penseel, de Maartenspenning.