Deze maand
Noem mij melodramatisch, maar soms, heel soms - ik bedoel zo op een kort moment in het holst van een zwoele zomernacht - word ik geplaagd door het vage vermoeden dat we ergens een verkeerde afslag hebben genomen. En met ‘we’ bedoel ik niet de mensheid in het algemeen noch onze natie in het bijzonder, want hoewel ik weinig opheb met beide, is ‘we’ in die zin een laf, onzorgvuldig en onjuist woord. Sterker nog: een dergelijk ‘we’ illustreert precies de woordsmijterij en almachtsfantasieën die zo'n zomernacht lelijk kunnen verpesten. Een dergelijk ‘we’ wordt immers al te vaak gebruikt door mensen met meer gevoel voor de exploitatiemogelijkheden van gratuite gedachten dan u en ik tezamen. Voor we het weten hebben we dan te maken met een ‘opinie’ en zijn wij zelf die ‘we’.
Dit is de moralistische, politieke, ja dikwijls pathologische en soms dwingende ‘we’ waar wij uiteraard verre van wensen te blijven. Zodra iemand rept van ‘we moeten’ (de wereld redden c.q. betere mensen worden c.q. meer over ethiek denken c.q. minder naar voetballen kijken) is het tijd dat wij de paraplu der scepsis opsteken. In deze tijd raken alleen de lichtgelovigen nog onder de indruk van opinies, en gelukkig weten wij wel beter.
Derhalve bedoel ik met ‘we’ ook niet ‘ons’ - de ‘wij allen’ die ervoor zorgden dat in de laatste week van de meimaand, na het bekend worden van de eind-examenuitslagen, het meest getwitterde woord in Nederland ‘geslaagt!’ was. Ja, met een ‘t’. Ik weet niet of dit iets zegt over het onderwijs of over Twitter, dat behalve door geslaagte scholieren veel gebruikt schijnt te worden door politici, museumdirecteuren en andere overheidsdienaren die carrières bouwen op gedachten met een maximale lengte van honderdveertig tekens.
En ik bedoel met ‘we’ evenmin de wij die Nederland hebben gemaakt tot het meest intensieve gebruiksgebied van ‘sociale media’ zoals Facebook, Hyves en Myspace. Dit zijn internettoepassingen die het wij-gevoel in het digitale tijdperk belichamen, zodat men nu eindelijk digitale tekst en digitaal beeld met een netwerk van vrienden kan delen. Nu ja, het ziet er allemaal weinig anders uit dan een digitaal poesiealbum waarin men vroeger ook plaatjes plakte als men ‘vriend’ mocht zijn van iemand. Hier heerst de ‘wij’ die lemmingen op autistische kluizenaars doet lijken. Daar willen wij dus niet bijhoren!
Neen, met de ‘we’ waaromtrent ik heel soms - en alleen op zwoele zomeravonden - het vage vermoeden heb dat we de verkeerde afslag hebben genomen, dat zijn ik en de anderen. Dat zijn de ‘we’ die - als we maar de tijd zouden hebben! - liever een literair tijdschrift dan een twitterbericht raadplegen, die echt van plan zijn Oorlog en vrede uit te lezen, nu de bladwijzer al vijfentwintig jaar op pagina 12 steekt, en die werkelijk niet kijken naar voetbal als de andere zender een debat over neoplatonisme in Bordurië uitzendt.
Noem mij melodramatisch, maar ik voel een vaag vermoeden van een wijgevoel nu blijkt dat ik niet de enige ben die de verkeerde afslag heeft genomen. We zijn niet alleen op de eentichtingsweg naar de heerlijke nieuwe wereld waarin we allemaal wij worden, omdat het zo nodig moet van onszelf. - bb