De opdringerige man
door J.M.A. Biesheuvel
De stoel staat haaks op het raam aan de straatzijde. En in die stoel zit ik te huilen; het is een gruwelijk leed. En daar komt, een twee, een twee, de opdringerige man, hij heeft een fototoestel in de aanslag. Vriendelijk knikt hij mij toe en dat maakt mijn verdriet nog groter. Hij zet zich stevig voor mijn hek en maakt een foto van de naam van het huis ‘Sunny Home’. Dan neemt hij enige kiekjes van mij en ik zwaai ‘Ga toch weg’. Hij vat het als een aanmoediging op en maakt het hek open. Hij maakt het ‘duim omhoog’-gebaar. Dat maakt me nog meer aan het huilen. Hij maakt foto's van de tuin aan de zijkanten van het huis. Dan komt hij terug. Ik sla mijn handen voor de ogen. Hij maakt van mij nog enkele foto's van dichtbij. Hij fotografeert ook de boekenkast. Dan, een twee, een twee, loopt hij naar het hek. Hij sluit het met een krachtige slag. Hij knikt naar mij en kijkt erbij met een blik van ‘Dat is goed gelukt’. Dan doet hij enige malen zijn duim omhoog en ik denk: ‘Ik moet dat ook doen met die duim’ en doe het. Dan gaat hij weg. Ik huil weer.