Deze maand
Het Hollands Maandblad is in veel opzichten een onmogelijkheid. Het is natuurlijk verleidelijk om daar op hoge toon achteraan te schrijven dat dit nu juist zo aardig is, en dat wij wel zo'n beetje zullen doormodderen tot het niet meer gaat. Maar ik geloof niet dat het nodig is de prijzende grafstenen zo gauw tevoorschijn te halen. Tenslotte zijn er wel meer mensen die jarenlang dingen doen tegen beter weten in.
Dit schreef K.L. (Bert) Poll in mei 1959 in het allereerste nummer van het tijdschrift dat hij zojuist had opgericht (als Hollands Weekblad, hoewel na vier jaargangen bleek dat een maandblad een beter ritme was). Er zouden 749 nummers volgen, 561 daarvan (ofwel eenendertig jaargangen) onder Polls redactionele leiding. En nu ligt hier de 750ste onmogelijkheid, en wederom is het natuurlijk verleidelijk om daar op hoge toon iets achteraan te schrijven. Iets over koppig doorgaan, iets over het trotseren van modes en trends, iets over de stijgende abonneeaantallen in een tijd van ontlezing, iets over de trouw van lezers en medewerkers.
Maar als iets van nature afketst op deze pagina's, dan is het wel een hoge toon. Wat dit blad nu 750 nummers lang beter afgaat, is het licht geamuseerd toekijken hoe pretenties zo dikwijls niet sporen met prestaties, hoe de werkelijkheid zich niet laat indammen door grote woorden, hoe gemakkelijk mensen met politieke of culturele macht hun ideeën laten samensmelten met hun belangen.
Wij leven in een tijd die optimisten aanduiden met het woord ‘crisis’. Dan gaat het over de neergang van het onderwijs, over de stagnatie in de politiek, over de verveling in de literatuur, wellicht over de desintegratie van het intellectuele leven in het algemeen, maar vooral gaat het over de implosie van de financiële markten. Wie meent dat de vanzelfsprekende welvaart om de hoek ligt te wachten, moet eens een blik werpen op de meer dan 600 biljoen (twaalf nullen) dollar aan kwestieus gedekt krediet dat rond de aarde zweeft, en een waarde vertegenwoordigt van tien keer het Bruto Mondiaal Product. Niet voor niets hebben de financiële markten de afgelopen twee jaar zo'n 32 triljoen dollar (achttien nullen) aan waarde verloren, ofwel het totale Bruto Binnenlands Product van alle G7-landen bij elkaar.
Wat de financiële crisis en de culturele crisis gemeen hebben, is de onoverbrugbaar geworden kloof tussen waanwaarde en werkelijke waarde. Dit is geen kwestie van geschokt vertrouwen maar van ontmaskerd zelfbedrog. De elite heeft, kortom, in menig opzicht gefaald. En de elite, dat zijn wij. Ons lot is dat wij zelf een symptoom zijn van de kwaal die wij moeten genezen, om Karl Krauss te parafraseren. Derhalve rest niets dan een stug vasthouden aan het adagium dat Bert Poll zijn Hollands Maandblad meegaf bij de geboorte: ‘Dit blad zal vaker verwijzen naar een goed humeur dan naar een slecht.’
Zo trok dit blad 750 maal welgemoed een streep in het zand. Niet dat wij het tij hebben kunnen keren, maar wij hebben wel getracht de bakens nimmer te verzetten, uit welke hoek de wind ook waaide. Het Hollands Maandblad is in veel opzichten een onmogelijkheid. En dat stemt zowel vrolijk als strijdbaar. - bb