[743]
Deze maand
Deze maand scheen wellicht even onbeduidend als elke andere maand, maar het is mogelijk dat latere generaties daar anders over zullen oordelen. Zo leek het samenvallen van de grote verkiezingsnederlaag van de spd in Duitsland met het historische dieptepunt in de politieke peilingen van de PvdA op meer dan een coïncidentie. Het rook naar het doodvonnis van de sociaaldemocratie as we knew it.
Indien het waar is dat de partij van Wouter Bos thans op niet meer dan ongeveer 13 Kamerzetels kan rekenen, zoals de opiniepeilers menen, dan betekent dit immers meer dan een dipje in de wispelturige kiezersgunst en zelfs meer dan een symptoom van de erosie der traditionele politieke verhoudingen. Hier lijkt een kritische ondergrens doorbroken, en in zo'n situatie helpt het niet als alweer PvdA-bestuurders in opspraak komen wegens hun ruime hand van declareren. Dit keer ging het om Limburgse gedeputeerden die allebei in tweeënhalf jaar voor om en nabij 70.000 euro incasseerden voor rolletjes snoep, kopjes koffie en alcoholische versnaperingen.
Toch zou juist in deze deconfiture wel eens troost kunnen schuilen voor de sociaaldemocraten. Het is niet onwaarschijnlijk dat de gram der kiezers zich niet specifiek richt tegen de idealen van de PvdA, maar dat de electorale onrust voortkomt uit meer algemene onvrede over het openbaar bestuur van dit land. Ik weet niet of die onvrede onterecht is. Soms denk ik dat wij zonder het te beseffen leven in een tijdperk van hernieuwde klassenstrijd, en dan bedoel ik de strijd tussen de besturende klasse en de bestuurde klasse, anders gezegd: de strijd tussen de declarerende klasse en de niet-declarerende klasse.
Au fond zou ik niet goed kunnen uitleggen waarom overheidsbestuurders alcoholische consumpties of bovenmodale etenswaren op staatskosten mogen nuttigen, maar de epidemische wijze waarop zulks gebeurt, is interessant genoeg. Zeker is dat hierbij vooral de sociaaldemocratie verscheurd wordt door de botsing tussen woord en daad. Pijnlijk voor de PvdA is dan niet eens alleen de hoogte der bedragen, maar vooral de vanzelfsprekendheid waarmee haar bestuurders publiek geld in de eigen zak laten glijden. Nederland zal niet bankroet gaan van het broodje haring dat minister Guusje ter Horst declareerde, noch van de lunch met zeetong en rogvleugelfilet die wij mochten betalen voor de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher, en evenmin van de tickets voor de musical Mamma Mia! die burgemeester Wolfsen declareerde kort voor hij de rekening indiende voor zijn etentje rogvleugel met minister Ella Voogelaar. Maar toch lijkt dit fataler dan wanneer een vvd-topambtenaar bij het ministerie van Justitie in twee jaar tijd voor 13.000 euro aan overmatig geprijsde wijnen door de gemeenschap laat betalen. Hier speelt het verschil tussen een persoonlijke pathologie en een politiek cataclysme.
Nochtans is er bij dit alles geen reden voor somberheid of fatalisme. Wij leven weliswaar onder een generatie bestuurders die het land in slechtere staat achterlaat dan dat ze het aantrof, maar daar tegenover staat dat het land de bestuurders in een betere staat achterlaat dan waarin ze die op haar nek kreeg. - bb