Het woord is in mijn ziel ingenaaid. Ik ben Bulletje Bloedworst. Het is mijn oudste speelgoed. Zeil er nu al mijn hele leven mee over de zeven wereldzeeën en koester het.
Met eenenvijftig jaar kreeg ik het woord ‘droom’ cadeau. Moorddroom en droomoord raasden aan mij voorbij. Zou er nooit iemand op het idee zijn gekomen om zijn of haar woonplaats Droomoord te noemen? Bij nacht viel er niet veel te onderzoeken aan het woord droom. Daarom heb ik het woord overdag onder de loep genomen. Mijn droom bleek van binnen een vervallen bordeel te zijn. Dames hingen aan een bar en staarden me glazig aan. Na wat rondgekeken te hebben, vroeg ik of er ook een buiten was in mijn droom, een tuin. Jawel. Deur door. De tuin bleek een binnenplaats met een gesloten deur. Een van de dames was met me naar buiten gegaan. Wat er achter die deur zat? Een nachtmerrie.
Dit jaar heb ik van mijn Engelse vriendin het woord ‘scintillating’ gekregen. Ze weet dat de ekster een van mijn favoriete vogels is. Als je weet hoe prachtig de flonkerende staalkleurige staart kan oplichten, is het ook duidelijk waar het woord ‘scintillating’ over gaat. Natuurlijk wil ze me ook een spiegel voor houden. Veel van wat ik doe, weet ik zo te verpakken dat het klatergoud wordt. In de hoop mezelf en anderen daarmee te plezieren. Geen grootspraak, maar de ingeboren neiging een verhaal zo te vertellen dat het lijkt of ik elke dag wat spannends meemaak.
Een cadeauwoord dat me erg heeft geraakt, is het woord ‘herinnering’. Wanneer kreeg ik het ook alweer? Wat ik bij het woord dacht, was een heel bijzondere gedachte. Ik dacht: kan ik mij herinneren wanneer ik mij voor het eerst iets herinnerde? Niet zo goed. Vage beelden. De schok kwam met vijfentwintig, toen ik mijzelf zo maar opeens herinnerde toen ik vijf was. Wat is een herinnering, wat is de functie van het herinneren? Een schaap - en dat is bewezen - heeft een herinneringsvermogen dat maximaal zes weken teruggaat. Bij mij zat er twintig jaar tussen. Mijn moeder ontkende zelfs, toen ik er naar vroeg of ze nog wist, dat ik als vijfjarige rattengif had gegeten.
Het woord ‘worst’ heb ik mezelf cadeau gedaan. Dat was een geschenk uit de hemel. Het was toen ik niemand op mijn verjaardag wilde zien. Na een operatie zat een arm vol met schroeven. Ik maakte onder invloed van morfine en ander snoepgoed in die tijd weinig vrienden en verloor er veel door mijn arrogante gedrag. Was destijds lid van het Kabeljauwgenootschap. Vrienden kunstenaars die samen een expositie over de kabeljauw wilden maken. Na zo'n tien keer bij elkaar geweest te zijn ontvingen de dertig vrinden een brief. Of we maar 150 euro wilden overmaken aan degene die het initiatief had genomen de club op te richten. Gadver. Ben er meteen uitgestapt. Niet met mij.
Kort voor mijn verjaardag belde een vriend of ik wilde optreden. Een hele avond vullen in nachtclub Panama. Op mijn verjaardag keek ik naar een worst en bedacht dat het woord ‘worst’ toch best een mooi woord was om mezelf cadeau te geven. Worst is zo slecht nog niet en internationaal is het woord ook goed te gebruiken. Een Zwitserse krant schreef een maand geleden vlak voor mijn optreden dat de ‘Worst Worst Artist’ op bezoek kwam in Bern. Dat is spelen met woorden. Worst had zijn waarde bewezen.