‘De trein komt,’ zei de vrouw en stond op.
‘Daar ligt-ie,’ riep ik. ‘Precies achter u.’
‘Dat is gek,’ zei de vrouw terwijl ze hem oppakte. ‘Ik had hem helemaal niet gezien.’
‘Donkerbruin op een zwarte bank,’ zei ik. ‘Claudius Ferrucci. Het is hem. Wat een geluk.’
‘Dit is wel heel erg sterk,’ sprak de oude man. ‘We hadden hem niet gezien. Anders hadden we het wel gezegd.’
‘Natuurlijk,’ zei ik snel. ‘Ik ben echt blij. En dan komt de trein ook nog. Fijn. Mijn vriendin zou zich anders wel zorgen maken. Ze moet om acht uur naar yoga en het is nu... Nou ja, het komt goed. Het komt allemaal goed.’
Ik ging in de trein zitten tegenover een man van mijn leeftijd. Hij las een boek. Op de kaft las ik de naam van de schrijver. Achterberg.
‘De Hema is misschien een goede,’ hoorde ik iemand naast me zeggen. ‘Wist je dat ze ook in Frankrijk zitten. Ongelofelijk. Straks zitten ze ook nog in Spanje. Het is een wereldconcern.’
Ik keek naar links. En toen zag ik het. Twee schoenen op de bank.
Ik legde mijn krant naast me en pakte een boek uit mijn rugzak. Macro-economische stabilisatiepolitiek. Ik sloeg het open en ik zag het meteen. Het was godverdomme een misdruk. De eerste bladzijde was de laatste bladzijde. Alle katernen zaten door elkaar. Mijn overbuurman was in zijn boek verdiept. Dat was blijkbaar geen misdruk. Een vijfde druk die een misdruk is, hoe kon zoiets? Een gerenommeerde uitgeverij. En uitgerekend dit onderwerp.
‘Hé,’ hoorde ik de jongen met de schoenen op de bank zeggen, ‘waar houden jullie je eigenlijk mee bezig?’
Goh, dacht ik, wat aardig. Hij wil weten waar de poëzielezer en ik ons mee bezig houden, welke boeken wij lezen. Ik keek opzij. De jongen had zich half omgedraaid. Zijn woorden waren gericht aan twee mannen op de bank schuin achter ons. Die hadden op diezelfde carrièrebeurs een stand gehad voor hun eigen wervings- en selectiebureau.
‘Heb je een cv bij je?’ zei de ene man. ‘Dan kan ik die op kantoor rustig bekijken.’
‘Stom,’ sprak de jongen. ‘Ik heb die vraag vandaag al veel vaker gehad. Niet op papier. Ik heb hem vanochtend wel ge-update op mijn website, maar ik heb hem niet uitgeprint. Hij staat ook op Hyves. Ik stuur hem wel op via de mail. Het klonk interessant wat jullie zeiden.’
Ik keek naar mijn leeftijdsgenoot tegenover me. Achterberg. Waarom las hij Achterberg? Een man die zijn hospita vermoordt. Een godvergeten dichtende moordenaar. Het talent is bij de gekken. Het geld is bij de idioten.
In Nijmegen fietste ik naar huis. Naar Bregje. Tien voor acht, dacht ik, straks is ze weg. Straks denkt ze: die wil niet meer, want trouwen vindt hij oubollig, hij komt maar thuis wanneer hij wil. Ik zette mijn fiets in de schuur. Ze zat op de bank en keek naar de herhaling van het Showbizz-journaal.
Crisis, dacht ik. Welke crisis? Achterberg. Claudius Ferrucci. Nescio. De carrièrebeurs. Macro-economische stabilisatiepolitiek. Bregje. Banana Split. Mijn strijd is gestreden.