[734]
Deze maand
In een land waar de ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ijsvrij krijgen, is het niet eenvoudig de politiek volledig op waarde te schatten. Toch was het afgelopen jaar een interessante periode aan het Binnenhof. Zo was er de miraculeuze wederopstanding van Wouter Bos. En zoals bij elk wonder, vraagt men zich af hoe zulks geschiedde. Kwam het door de ruimhartigheid waarmee Bos enkele Nederlandse banken en onze spaarcentjes redde? Of was het de vrucht van zijn inspanningen om iets te doen aan de negatieve beeldvorming die hem achtervolgde. Maandenlang begon de werkdag van de minister van Financiën met het bevechten van berichten in de media. Dikwijls belde zijn pr-team met journalisten, niet zelden nam de minister zelf de telefoon ter hand om te klagen en te berispen, en een enkele keer stond hij met zijn gevolg op de stoep van hoofdredacties, zoals bij NRC Handelsblad, om even bij te praten over zijn gedeukte imago.
Het is gek dat u hierover niets hebt gehoord in de media, maar feit is wel dat Wouter Bos door de pers tot politicus van het jaar werd uitgeroepen, en dat hij van zijn kant menig exclusief eindejaarsinterview toestond. Misschien zijn mirakels in Nederland vooral mensenwerk.
Er is in het kabinet waarschijnlijk slechts één leniger acrobaat in de omgang met de media. Ik bedoel minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hij is een briljant politicus, in de zin dat hij tussen de cascade van zijn eigen proefballonnetjes door op lichtvoetige wijze elke vraag weet te ontwijken. Neem het extra geld voor leraren. Toen het gejuich daarover was weggeëbd, bleek pas dat de overheid weinig greep heeft over de verdeling ervan, en dat het de vraag is of het op de werkvloer terecht komt. Of neem de strijd van de bewindsman tegen de beloningen die onderwijsbestuurders zichzelf geven. ‘Ondernemertje spelen met gemeenschapsgeld,’ hoonde hij. Maar toen niemand meer toekeek, bleek dat bestuurders in het middelbaar onderwijs en mbo zichzelf salarisstijgingen van gemiddeld 37 procent toekenden, en dat in het hoger onderwijs nog altijd sprake is van onverklaarbare prestatiebonussen en torenhoge gouden handdrukken voor bestuurders. Neem ook de met veel applaus begroette uitspraken van Plasterk tegen de fusies in het onderwijs. Toen de bijval was verstomd, bleek dat de minister nauwelijks zeggenschap heeft hierover, en dat de eerste pogingen om scholenfusies tegen te houden dan ook op niets zijn uitgelopen.
En neem de Canon van Nederland, waarvan de minister aanvankelijk zo'n groot voorstander was. ‘Met beschaafd nationalisme is niks mis,’ sprak hij, toen hij besloot tot verplichte invoering van de Canon in het geschiedenisonderwijs. Dezelfde Canon zou immers ook centraal staan in het nieuwe Nationaal Historisch Museum, het troetelproject van Plasterk. Toen de hippe directeuren evenwel reeds op hun eerste werkdag de Canon rigoureus terzijde schoven, noemde de bewindsman dat meteen ‘interessant’. Let op deze smeulende kwestie, want de opening van dit Nationaal Historisch Museum in 2011 moet de bekroning worden van Plasterks ministerschap. En hier dreigt een valkuil die niets te maken heeft met onderwijs, cultuur of wetenschap, maar wel met menselijke ijdelheid, en die is gevaarlijker dan welke oppositie ook. - bb