Deze maand
Het schijnt dat de Koningin van Engeland onlangs lichtelijk verontwaardigd tegen premier Gordon Brown klaagde ‘dat zij niet eerder was gewaarschuwd’ voor de economische crisis. Dit maakt in elk geval duidelijk dat hare majesteit geen lezer is van The Guardian, want in die krant werd al enige jaren (steeds luider) aangekondigd dat de westerse plumpuddingeconomie op instorten stond. Sterker nog: men mag op voorhand een beetje jaloers zijn op de historici die straks de geschiedenis van de kredietcrisis gaan schrijven. Zelden is het leeglopen van een luchtbel immers zo lang van tevoren aangekondigd als deze keer. En zelden ook werden de aanzeggers van het slechte nieuws steevast zo luchthartig terzijde geschoven.
Men mag hierbij aantekenen dat deze vooruitziende geesten in elk geval niet werkzaam waren bij enige bancaire instelling of overheidsdienst. Blijkbaar had men daar geen bedenkingen bij de situatie dat de totale schuld in de Verenigde Staten thans meer dan 3,6 keer zo groot is als het Bruto Nationaal Product (bij de crisis van 1929 was die 2,8 keer zo groot), terwijl banken rustig doorgingen met hypotheken van vijf keer of meer het jaarinkomen, of 125 procent van de waarde van het onroerend goed, of met afbetalingtermijnen van vijftig jaar of meer.
En nog sterker: wie iets indringender naar het recente verleden kijkt, ziet dat deze praktijken weliswaar mede werden uitgevoerd door financiële acrobaten, maar dat de oerbron weldegelijk stroomde vanuit de centrale banken. Niet alleen hielden die de rente lang artificieel laag, maar ook injecteerden zij veel te veel liquiditeit in het financiële verkeer, bijvoorbeeld door zeer gemakkelijk de kredieten te onderschrijven van instellingen die handelden in leningen en hypotheken. Al enige jaren geleden werd duidelijk dat krediet dat door centrale banken wordt verschaft aan ‘de markt’ daar de neiging heeft te verhonderdvoudigden. Zo leidde alleen al in 2006 de kredietinjectie van 30 miljard door de centrale banken in de VS tot een feitelijke kredietomvang van 3,5 triljoen dollar. Wij leven in een wereld waar 95 procent van het geld louter bestaat uit de hoop dat de pinautomaat werkt en de creditcard z'n dienst doet, maar men kan overdrijven.
In al hun roekeloosheid hebben de bankiers in elk geval één ding goed gegokt. En dat was hun inschatting dat de politiek hen uit de brand zou helpen als de nood aan de man zou komen. Maar het probleem is dat de overheden slechts op één manier de zaak kunnen redderen, en dat is om de kosten van de grote schoonmaak af te wentelen op de schouders van de toekomende generaties.
Wat dat betreft lijkt de kredietcrisis nogal veel op de onderwijscrisis. Ook hier is met bluf en gokwerk een luchtbel geschapen die nu snel leegloopt. En ook hier is reeds lang geleden de kwaal gediagnosticeerd, terwijl ook hier het probleem is dat de overheid vrij machteloos staat tegen over het monster dat zij zelf mede heeft gecreëerd. Minister Plasterk laat nu wel druppelsgewijs beleidsvoornemens en proefballonnetjes los, maar dat is bij elkaar opgeteld te weinig en te laat. Net als bij de kredietcrisis, is het bij de onderwijscrisis zaak om de oerbron van de ellende op te zoeken. En net als bij de kredietcrisis, lijkt het aannemelijk dat ook de ellende van hoog naar laag is doorgesijpeld. Het is daarbij alleszins relevant dat ‘onderwijskunde’ nog steeds als een academische studie geldt. - bb