Deze maand
Er is een even interessante als verontrustende overeenkomst tussen de huidige economische crisis en wat men met een luidruchtig woord de culturele crisis van het Avondland zou kunnen noemen. Ik bedoel dan de op diverse manieren met elkaar verknoopte stagnatie op het gebied van onderwijs, maatschappelijke integratie en intellectuele solvabiliteit. Beide recessies komen na een periode van bloei die in terugblik voornamelijk lijkt te zijn gestoeld op een besmettelijke hybris die wortelde in aanstekelijk optimistische vergissingen, en die thans is omgeslagen in een epidemisch verlies aan vertrouwen dat is gegrond op een infectueuze paniek voortkomend uit overdreven pessimistische misvattingen.
Onlangs gaf George Soros, de speculant-filantroop-publicist wiens vermogen van zo'n zeven miljard dollar zijn opvattingen niet minder relevant maakt, voor de Amerikaanse Senaat een aardige diagnose van de neerwaartse beweging in de economie. Hij sprak van een situatie waarin de buitensporige desillusie over de eigen vergissingen de werkelijkheid zozeer beïnvloedt dat de ontgoocheling zich verdiept, zodat de werkelijkheid weer verdere schade lijdt. In zijn ogen is deze zichzelf versterkende ‘superdepressie’ een rechtstreeks gevolg van de ‘super-bubble’ waarin rijkdom op niets was gebaseerd dan de illusies van mensen die belang hadden bij het verbreken van de traditionele koppeling tussen waarde en onderliggende feitelijke omstandigheden.
Dit lijkt in meer dan één opzicht op de gevoelens van crisis die al enige tijd rondzeuren in de politieke en culturele kringen van ons land. Ook hier is sprake van een harde landing na een periode waarin culturele zelfoverschatting en maatschappelijke privileges volledig losraakten van feiten en omstandigheden. Ik doel dan uiteraard op de radicale ommekeer van hybris naar crisisgevoel in sectoren zoals onderwijs, maatschappelijke integratie, de politiek en de media. Ook hier werd de ‘super-bubble’ gevolgd door een ‘superdepressie’, en ook hier lijkt het vertrouwen in deze sectoren voor jaren verkreukeld.
In de economie zal herstel moeizaam zijn, vooral in het Westen, omdat de onderliggende trend bestaat uit groeiende energieschaarste en een fundamentele zwenking van de economische zwaartepunten naar het Aziatische continent, waar ook het merendeel van de wereldbevolking woont trouwens. Optimistische noch pessimistische misvattingen kunnen daar iets aan veranderen.
Op intellectueel gebied zal herstel waarschijnlijk even moeizaam zijn, zeker in Nederland, omdat de onderliggende trend hier bestaat uit de cumulerende zwakte van de onderwijssector en een fundamentele zwenking naar trivialisering van het openbare leven. Thans is 25 procent van onze middelbare scholieren - op alle schooltypen - niet in staat hun schoolboeken met begrip te lezen. Dit is een hogere mate van ‘functioneel analfabetisme’ dan in enig ons omringend land. Geen wonder dus dat Nederland meer kunstmanagers, externe adviseurs en interim-bestuurders kent dan de buren. Ook in culturele zin is de koppeling tussen waardering en feiten, tussen argumenten en consequenties immers geheel verbroken. Maar waarschijnlijk worden we hiervan somberder dan nodig is, zodat onze desillusies de crisis alleen maar voeden in plaats van haar te bestrijden. - bb