dat hij puissant rijk alsook president-commissaris van Olivetti was, en bovendien een aantal banken bezat. Voor hem niks geen vervallen paleis, maar mooier palazzo dan dat van zijn buurvrouw Peggy Guggenheim. Beiden hadden laten weten gastheer van het liberale congres te willen zijn, en het was duidelijk dat daartegen niet meer viel niet te protesteren.
Ter voorbereiding van de bijeenkomst in het voorjaar van 1982 werd ik midden februari naar Venetië ontboden. Voordien was ik er slechts als toerist temidden van vele andere toeristen geweest en had de bekende toeristische trekpleisters gezien, maar dit was iets heel anders. Het was in dit jaargetijde koud en nat, de kanalen waren nauwelijks waarneembaar door de uit het water opstijgende mistdampen en in het schemer van de winter moest je zelfs goed oppassen er niet in terecht te komen. Is het in de zomer al moeilijk je weg in Venetië te vinden buiten de geijkte paden, nu was het haast ondoenlijk. Terwijl ik geacht werd het congres te organiseren, dwaalde ik heel wat doelloos rond in de natte kou. Wie de film Dood in Venetië uit 1971 van Luchino Visconti heeft gezien, kan zich er misschien iets bij voorstellen.
Zelf was ik al behoorlijk in cinematografische sfeer, want door een zonderling toeval zou het congres der liberalen plaatsvinden in hetzelfde Hotel Excelsior op het Lido waar het hoofdkwartier van het befaamde filmfestival is. Normaal gesproken is het hotel in de winter gesloten, maar er moest van alles worden geregeld voor de toogdag in het voorjaar. Er was een manager aanwezig in een klein kantoortje, verder waren de luiken potdicht en de meubels met witte doeken bedekt. De wind gierde uit zee en deed deuren en ramen klapperen. Een spookachtiger omgeving kan men zich nauwelijks voorstellen.
Toen uiteindelijk de grote dag kwam dat het congres werd geopend, leek alles aanvankelijk redelijk goed te gaan. Jammer genoeg waren vele gasten ondergebracht in hotels in de stad en niet op het Lido, en zij waren derhalve gedwongen steeds met de vaporetto op en neer te varen. Niet getreurd, want vanwege de ambiance had ik het zo geregeld dat de grote publieke slotzitting zou plaatsvinden in het Dogenpaleis aan de Piazza San Marco. Tot mijn grote ontzetting bleek dat juist die dag de grote regatta plaatsvond. Alles wat varen kan, en dat zijn dus alle inwoners van Venetië, gondelt dan achter een soort Carnavalsoptocht van grote praalboten van elk der stadsdelen aan de lagune op om een soort offer aan de zee te brengen.
Leuk voor toeristen, maar ongunstig voor congresgangers. Er kan die dag geen enkel ander vervoer over water plaatsvinden, met als gevolg dat onze gehele liberale fractie onder aanvoering van fractievoorzitter Martin Bangemann en Parlementsvoorzitter Simone Veil opgesloten zat op het Lido. Het was onafwendbaar dat ze te laat zouden komen voor de plechtige zitting waar beiden een redevoering moesten houden. Zelf zat ik op het vasteland, maar ik kon ook geen kant uit, want de door mij gecharterde busboot, kon evenmin langs de regatta. De tijd ging dringen, de telefoon ringelde onophoudelijk waar ik bleef.
Uiteindelijk lukte het mij met een zakvol lires een onwillege kapitein (ik hoop althans dat het een kapitein was) over te halen met een kleine privéboot om de optocht heen te laveren, en met gevaar voor eigen leven de lagune over te steken naar het Lido. Daar trof ik bij de aanlegsteiger van het Excelsior Hotel, alleen Martin Bangemaan aan. De rest van het liberale gezelschap bleek in wanhoop naar de aanlegsteiger van de officiële vaporetto te zijn gegaan, hoewel die niet voer op deze dag. Ik stelde voor ze daar te gaan ophalen, maar dat weigerden Bangemann en de kapitein even beslist als unisono. Bangemann wilde niet omdat hij moest gaan speechen en niet nog meer tijd wenste verliezen, de kapitein wilde niet omdat hij daar helemaal niet mocht komen.
Tijdens de laveertocht terug naar het vastland, voeren we wel langs de opstapplaats en wuifden vriendelijk naar de daar verzamelde overige parlementsleden, waaronder Simone Veil. Haar verwensingen echoden over het water, en als haar blikken effectief waren geweest, was ik prompt overboord gedonderd om nooit meer boven te komen. Maar uiteindelijk liep de regatta op haar eind en kon de vaporetto