De thema's van ‘Al Aaraaf’ laten zich aldus samenvatten: de problematische relatie tussen God en de mensen; plicht als deugd en plichtsverzaking als onvergeeflijke zonde (zelfs als de oorzaak van dat verzuim liefde is); de verhevenheid van schoonheid boven kennis.
‘Al Aaraaf’ vormt zo'n lappendeken van impliciete verwijzingen naar andere teksten dat het gedicht erdoor bijna uit zijn voegen barst. Niet alleen in de noten maar ook in de tekst zelf wemelt het van de referenties naar andere literatuur. Zo zijn er expliciete toespelingen op ‘The Ancient Mariner’ van Samuel Taylor Coleridge, op Miltons ‘An Epitaph on the Marchioness of Winchester’, op ‘Hamlet’ en op ‘Gulistan’ van de dertiende-eeuwse Perzische dichter Sa'adi. Tevens grasduint Poe ongegeneerd in de Griekse mythologie en put vrijelijk uit zowel de Bijbel als de Koran.
De auteur op wiens werk Poe wellicht het zwaarst leunde toen hij ‘Al Aaraaf’ schreef, was de Ierse dichter en liedjesmaker Thomas Moore (1779-1852). Hoewel Poe voorgeeft geen echte liefhebber van het werk van Moore te zijn, doen de sfeer en toon in ‘Al Aaraaf’ ontegenzeglijk sterk denken aan diens oriëntalistisch getinte dichtwerken ‘Lalla Rookh’ en ‘The Loves of the Angels’. Het meest duidelijk klinkt echter Moore's ‘Evenings in Greece’ door in ‘Al Aaraaf’. Niet alleen ontleende Poe het rapsodische karakter van zijn gedicht aan Moore's lichtvoetige rijmwerk, maar bovendien wordt in ‘Al Aaraaf’ - net als in ‘Evenings in Greece’ - de tekst van het gedicht regelmatig afgewisseld met ‘songs’ (wat destijds niet erg gewoon was). Ten slotte zijn er veel marginale tekstuele overeenkomsten tussen de gedichten.
In navolging van contemporaine dichters als Thomas Moore en Robert Southey, voorzag Poe ‘Al Aaraaf’ van een groot aantal noten, die hetzij tekstverklaringen zijn, hetzij verwijzingen naar andere teksten. Bij dit laatste koketteert de jonge Poe vrijelijk met zijn belezenheid: de namen van Goethe, Milton, Voltaire, Shakespeare, Fray Luis de Léon en Marlowe duiken nadrukkelijk op. Tevens dienen de noten voor andersoortige erudiete observaties die de lezer imponeren, zoals de meer wetenschappelijke dan poëtische waarneming: ‘I have often noticed a peculiar movement of the fire-fly - They will collect in a body and fly off, from a common centre into innumerable radii.’ Of neem de noot bij de dichterlijke passage ‘That keeps, from the dreamer, / The moonbeam away’, die als volgt luidt: ‘It is, perhaps, not generally known that the moon, in Egypt, has the effect of producing blindness to those who sleep with the face exposed to its rays, to which circumstance the passage evidently alludes.’
Van de literaire werken die als inspiratie hebben gediend voor ‘Al Aaraaf’, liet Poe één geschrift onvermeld. Het betreft het beroemde gedicht ‘Kubla Khan’ uit 1816 van de reeds genoemde Samuel Taylor Coleridge. ‘Kubla Khan’ moet Poe hebben verrukt; twee keer plaatste hij het in een toptien van ‘poems of the purest ideality’. Sterker nog: Poe wilde per se een gedicht schrijven in de trant van ‘Kubla Khan’. Met ‘Tamerlane’ mislukte die poging; dit werk heeft als enige overeenkomst dat de hoofdpersoon uit Mongolië afkomstig is. Met ‘Al Aaraaf’ komt Poe in bepaalde opzichten dichter in de buurt.
Coleridge kenschetste ‘Kubla Khan’ als een proeve van ‘psychological curiosity’. Met die kwalificatie trachtte hij onder woorden te brengen dat dit gedicht was ontstaan op een wijze die hij nog niet eerder had ervaren en die ook gevolgen had voor de inhoud van het gedicht. ‘Kubla Khan’ kan worden beschouwd als het resultaat van een oefening in spontaniteit, van een ongewild experiment in extase waarin de min of meer gedrogeerde dichter zich bediende van een écriture automatique voordat dat begrip bestond. Het dichtwerk vormt de neerslag van een nagenoeg ongecensureerde opwelling van creativiteit vanuit het onderbewustzijn.
Op soortgelijke wijze schreef Poe zijn ‘Al Araaf’ - met één wezenlijk verschil: Coleridge schreef ‘Kubla Khan’ in een vlaag van verstandsverbijstering terwijl Poe volledig bij zinnen was toen hij ‘Al Aaraaf’ vervaardigde. Poe's gewilde en bewuste experiment in extase mislukte echter jammerlijk, waar Coleridge