goedkoper en sneller gaat. Dat de componisten van fictie, flanel en film niet langer zichtbaar zijn, en dat hun productie ook lang na hun dood precies herhaald kan worden.
De vooruitgang van de techniek - heb ik het daar over? Nee, dat zijn slechts kleine veranderingen. Maar in de toekomst zullen al die technieken nog slechts imaginair zijn, geen enkele pen of naald of camera hoeft meer gebruikt. Onze hersenen worden in die toekomst rechtstreeks gevuld met wat andere hersenen, van mensen die wij niet kennen en aan wie we niet denken, ooit verzonnen hadden.
Nu al kun je via internet elk toneelstuk, elk weefsel, elke melodie, elk gedicht, elk fotootje, elke film, gaan zoeken en vaak vinden. Wat gebeurt er als alle hersenen bij de geboorte worden voorzien van alles wat ooit bedacht is? In die toekomst zou je een heel leven bezig kunnen zijn met in je eigen hoofd rond te kijken of wat jij zelf meent te verzinnen er al in zit, en altijd is het antwoord: Ja.
Het zelf creëren en daarna het gecreëerde aan anderen vertonen wordt overbodig. Je hoeft niet meer te praten. Alles wat een mens hoeft te doen, is een hapje te eten, misschien wat te slapen, en op te passen dat je niet zelf wordt opgegeten. Kortom: de mens is eindelijk een echt dier geworden.
Al die generaties van uitvinders, van genieën, van krijgers en zwoegers, zullen de mensheid brengen op het niveau van de huidige zwanen, kikkers, luizen en andere beesten om ons heen. Dan leven wij zonder zorgen, genieten van wat onze voorouders bedachten, en sterven zonder zorgen. Net als de dieren waarop we nu zo neerkijken.
In die toekomst hebben wij een nieuw inzicht gekregen, iets dat u nu niet zult geloven. Namelijk dit inzicht: het feit dat de dieren om ons heen niets maken, en niets zeggen, en niets uitvinden, maar precies zo leven als hun ouders, dat is het bewijs dat zij niet aan het begin van hun evolutie staan, waarin zij nog moeten leren spreken, schrijven, rekenen, tekenen, zagen en lijmen, maar dat zij juist aan het uiteinde van hun evolutie staan. Wij mensen staan in 2008 aan het begin van onze evolutie naar dat vredige zorgeloze einde. De dieren staan al aan de top, wij klimmen nu naar boven. Natuurlijk gelooft u mij niet. Dat bewijst dat ik gelijk heb.
Dieren die ons nu per ongeluk zien, denken: ‘Zouden wij vijftig miljoen jaar geleden ook zo zenuwachtig, ongeduldig, ongelukkig, onhandig zijn geweest? Wat een grappige onnozele beesten zijn die mensen! Laat ze nog maar vijftig miljoen jaar voortmodderen, dingetjes uitvinden, kunstwerken scheppen, oorlogen voeren, tot ze op dezelfde rustige, beschaafde manier kunnen leven als wij: niet meer hoeven te praten, zich niet hoeven aan te kleden, niet in hun agenda en op hun horloge kijken, niet naar zalen hoeven om muziek te horen, niet naar een scherm kijken om te communiceren, maar tevreden denken aan alles wat onze verre voorouders hebben bedacht, geschreven, uitgevonden, en in onze hersenpan hebben neergelegd. Wij mieren - of wij walvissen - beweren niet dat onze innerlijke onzichtbare gratis verkregen kennis, beter is dan die van andere dieren, dus laat de mensensoort dat ook niet doen.’
Ik ben maar een mens, en ik richt mij tot u, metgezellen in een evolutie die nog maar net begonnen is. Ik weet niet precies hoe wij over vijftig miljoen jaar tevreden als de huidige dieren zullen leven. Zullen er dan nog afzonderlijke kunsten bestaan, of zijn literatuur, schilderkunst, techniek en muziek dan al totaal versmolten tot de in de hersenen geïntegreerde levenskunst van die ene diersoort, die zich onderscheidt door tweebenigheid, eigenwijsheid en kaalheid? Ik ben benieuwd.
Bewerkte versie van een lezing die op 22 april jl. werd gehouden in het Muziekcentrum Frits Philips te Eindhoven in het kader van de serie ‘Scherpdenkers’