René besefte dat dit het begin van het einde was, want hij merkte dat het meisje naast hem haar hoofd naar hem toedraaide alsof zij iets van hem verwachtte. En als hij Thomas moest geloven, dan hoorde je op zo'n moment een meisje te kussen; of je nu wilde of niet. Gelaten boog hij zijn hoofd. Toen hij haar lippen raakte, verkrampten zijn nekspieren en schoot er een felle steek in zijn schouder. Ook zat zijn voet klem onder de stoel voor hem. Het meisje opende half haar mond. René proefde de smaak van zoute pinda's. Iemand zong: ‘Maria, Maria, I just met a girl named Maria, And suddenly...’
Nu het ergste achter de rug was, werd René vrijmoedig. Hij ging verzitten en sloeg een arm om het meisje, dat op haar beurt haar hoofd tegen zijn schouder legde en hem af en toe een pinda aanbood. Na de derde pinda drukte hij een kus in het haar van het meisje dat naar frisse shampoo rook. Op dat moment keek hij achter het meisje om, recht in de ogen van haar begeleidster. Zij keek hem streng fronsend aan en fluisterde heftig: ‘Wil je dat wel eens laten, jongeman?’ Daarbij gaf ze hem een tik op zijn vingers.
René trok zijn arm terug, maar halverwege hield het meisje hem tegen.
‘Laat maar kletsen,’ fluisterde ze.
René voorzag een reprimande van de begeleidster, maar de vrouw keek strak voor zich uit.
‘Is dat je moeder,’ vroeg René.
‘Nee, mijn leidster.’
‘Leidster?’
‘Ja, ik zit in een tehuis voor meisjes.’
‘O ja... waarom?’
‘Laat maar.’
René kreeg plots een visioen hoe hij het meisje uit het tehuis zou bevrijden. Misschien kon ze wel bij hem thuis komen wonen; zijn ouders zouden dat vast wel goed vinden, want zij gaven ook geld voor kinderen aan Memisa.
‘Geef mij je adres,’ zei René zacht, ‘dan kom ik je opzoeken.’
‘Nee, dat wil ik niet,’ antwoordde ze. Op dat moment, nog voordat de film was afgelopen, stond het meisje op en zei hardop tegen de vrouw naast haar: ‘Zullen we gaan?’
René volgde met zijn ogen hoe ze de rij uitliepen, richting de uitgang. Het meisje keek geen enkele keer om. Hij durfde pas op te staan toen de aftiteling in zijn geheel voorbij was en de gordijnen voor het filmdoek gesloten waren.
Toen hij buiten kwam, moesten zijn ogen wennen aan het felle zonlicht. In het centrum was nog steeds geen mens te bekennen en eenmaal thuis bleken zijn ouders nog te dutten.
Op zijn tenen liep hij naar boven, naar zijn kamer. Hij stelde zich op voor de spiegel en probeerde aan zijn gezicht vast te stellen waarom het meisje haar hand op zijn knie had gelegd. Maar hoe nauwkeurig hij ook keek naar zijn springerige haar, zijn bijna onzichtbare wenkbrauwen, de fletse blauwe ogen, de haviksneus en het kindermondje, hij zag geen enkele reden om voor zo'n hoofd je hand op iemands knie te leggen.
Een tijdlang dacht hij na en mompelde toen: ‘Misschien... misschien was het gewoon een gek meisje.’