vergaderingen in het nieuwe gebouw moesten. Dus werd een pendeldienst ingesteld, maar die bleef telkens in het verkeer steken, zodat de liberale fractie niet zelden net te laat kwam voor cruciale bijeenkomsten. Ik had evenwel mijn sportfiets, een Peugeot met twaalf versnellingen, en reed voor de pendel uit. Ondanks mijn verwaaide haren was ik altijd op tijd om in de commissievergaderingen aan te kondigen dat de liberale afgevaardigden aanstonds met de auto zouden arriveren, en dat met belangrijke besluiten op hen gewacht diende te worden.
Ondanks de evidente voordelen maakte de fiets mijn leven als Europees parlementariër ook risicovol. De infrastructuur van Brussel kent immers geen fietspaden en fietsbanen. Dus onbeschadigd manoeuvreren door de drukke Wetstraat en de Belliardstraat vereiste behalve doodsverachting en brutaliteit ook een aanzienlijke stuurmanskunst. Erger nog dan het verkeer waren de kasseien en de slechte staat van de wegen. Voor het lokale Brusselse tv-station heb ik daar een keer een demonstratie van mogen geven. Met een cameraploeg ben ik het Europa-kwartier doorgefietst en heb telkens de ergste gaten in het wegdek en de gevaarlijkste kruispunten gedemonstreerd. Zelfs de journalisten waren enigermate verbluft over hoe levensgevaarlijk hun stad bleek.
Dat het gevaar reëel was, bleek toen ik na een nachtzitting van het parlement naar huis fietste en letterlijk in een groot zwart gat terecht kwam. De straat was opengelegd om een of ander ondergrondse kabel te vervangen en men was vergeten om een en ander met lantarens, waarschuwingsborden en een afzetting aan te geven. Er was niets, alleen een diep zwart gat, waarin deze Europese parlementariër met het hoofd vooruit in verdween. Fiets kapot, pak kapot, gezicht en armen ontveld.
Toen ik de volgende ochtend gehavend in de fractie kwam en vertelde wat mij was overkomen, vond collega Antoinette Spaak dat we er werk van moesten maken. Zij was de dochter van de grote Paul Henri Spaak en tevens gemeenteraadslid van de Brusselse gemeente Elsene, waarin mijn woning zich bevond, en naar mijn mening ook het gat waar ik was ingevallen, dus zij kon wel wat Brusselse raderen in beweging krijgen.
Antoinette stelde een schriftelijke vraag aan de burgemeester van Elsene. Binnen een week kregen we antwoord dat het hem bijzonder speet, maar dat we aan het verkeerde adres waren. Volgens hem viel het gat onder de verantwoordelijkheid St. Joost ten Node, een naburige gemeente van Groot-Brussel (een van de negentien). Maar ook de burgervader van St. Joost ten Node ontkende elke betrokkenheid en verwees ons naar de provincie Brabant, waar oud-collega uit het parlement Raymonde Dury gouverneur was. Doch ook zij kon tot haar leedwezen niets voor ons doen. In een meelevende brief schoof zij de verantwoordelijkheid voor het gat af naar de gewestregering van Brussel. Bij navraag wisten die op hun beurt te melden dat voor alle betrekkingen met de Instellingen van de Europese Gemeenschap en de leden daarvan de Federale regering de adressant was. Daar heb ik het toen maar bij gelaten en een nieuwe (tweedehands) fiets aangeschaft.
Mijn rijwiel werd overigens niet alleen in de straten van Brussel gebruikt maar ook binnen het Europees parlement. Toen eenmaal alle leden waren geconcentreerd in de Europese wijk bleek één gebouw niet groot genoeg voor de administratie, de griffie, alle 626 parlementsleden, alsmede hun fractiesecretariaten en medewerkers. Dus werd al snel een tweede en derde gebouw aan gene zijde van de straat in gebruik genomen, en die werden met een loopbrug bereikbaar gemaakt. Een vierde gebouw met een plenaire zittingszaal werd met de drie andere via een ondergrondse passage verbonden.
Op zich was dat een goede zaak, want plenair vergaderen in Brussel was minder tijdrovend dan Straatsburg, maar het had ook nadelen. In Brussel waren nog nergens monitoren geïnstalleerd waarop je zag hoe de vergadering verliep, zodat je kon uitmikken wanneer het ongeveer jouw beurt was om iets nuttigs bij te dragen. Dat had voor mij met mijn werkkamer in het verse kantoor op de hoogste (negende) verdieping ernstige consequenties. Ik