terde Masoch voor altijd aan zijn eigen fantasieën. Zo versmolt een nog levende schrijver met een seksuele pathologie die voortaan zijn naam zou dragen. Hetzelfde gebeurde met de Sade, maar die had er minder last van want hij was al dood. Het is zeker dat Sacher-Masoch behoorlijk schrok van het gebruik van zijn achternaam als label voor een seksuele perversiteit, maar ja, het boek liep goed en was hij niet zelf ook aan het versmelten met zijn eigen verhaal?
Zo dwaalden mijn gedachten in alle richtingen af, terwijl ik twee uur lang naar de ditjes en datjes van mevrouw zat te luisteren. Zij wijdde breedvoerig uit hoe een jonge student medicijnen uit Londen was overgekomen om de waanzinnig mooie laatste vrouw van Masoch, genaamd Hulda Meister te bestuderen, hoewel die niks met perversiteiten van doen had. Op een foto heb ik haar wel eens gezien: een mollig moppie die zelfs door een Engelse student niet knap genoemd zou worden. Deze bessenmevrouw had er een handje van steeds iets anders te zeggen dan datgene waarvoor ik kwam!
Langzaam begon het gevoel boven te drijven dat mevrouw iets verborg. Een gesloten cilinder is niet geschikt om mensen in te verbranden - maar misschien dan wel om iemand te vergassen? Gerookte heksen, vergaste joden. Sorry hoor, maar ik moest er opeens aan denken omdat ze uitvoerig zeverde over Sacher-Masoch als vriend van het dorp en de gehele omgeving, en hoe hij allerlei apparaten zoals microscopen schonk aan scholen in de omgeving van Lindheim. En toen opeens floepte ze het eruit: Hij was een filosemiet. Wat? vroeg ik geschokt. Filosemiet? ‘Ein Judenfreund,’ knikte ze.
Godallemachtig, mijn lievelingsschrijver werd hier Judenfreund genoemd. Of begreep ik de vrouw verkeerd? Nee, ze bedoelde er niets mee. Hij had zich toch door rijke joodse vrienden financieel laten ondersteunen, dat wist iedereen. Zij had het zelf in de Völkischer Beobachter gelezen. Mevrouw had er geen moeite mee zichzelf te verraden, of haalde ze alles door elkaar? Wie waren er nou in de oorlog fout geweest en wie pervers, of was het precies andersom? Wie stuurde wie? Oh nee, riep ze toen uit, het had niet in de Völkischer Beobachter gestaan, want die foute krant las ze helemaal niet.
Ik was verzeild in een duistere Duitstalige chaos hier, maar gelukkig bleef ik helder en liet haar begaan. Ja, vertel maar door, bessenmevrouwtje, ik heb alles onder controle. Ik laat mijn eigen positie niet doorschemeren en heb een klein opvouwzweepje in mijn regenjas voor noodgevallen. Ze babbelde rustig verder. Hier in het plaatsje Lindheim is hij door zijn laatste vrouw genezen van zijn perversiteit, beklemtoonde ze opnieuw, onze jodenvriend en dan ook nog één van de eersten die zich eind 1800 in Duitsland liet cremeren, het zat al in zijn bloed. Moet u nagaan mijnheer, zijn vrouw en dochters hadden de urn op de schoorsteenmantel staan maar na een aantal jaren werd de urn opgeslagen in een schuurtje hier om de hoek. De schuur werd opgeruimd en de urn kwam in het kasteel achter die heg te staan. En het kasteel is toen afgebrand. - Ashes to ashes, zei ik kordaat. Ze grinnikte: ja werkelijk, zoals u het zegt staat het in de Bijbel. Ik ken geen plek in de Bijbel waar men as verbrandt, maar ik was nu te achterdochtig geworden om haar tegen te spreken.
Na twee uur verscheen haar zoon ten tonele en gooide me gelukkig zonder veel ceremoniële beleefdheid het huis uit. Anders was ik maar blijven hangen. Opgesodemieterd, zag je hem denken, van jouw soort krijgen we elk jaar wel een stuk of twee gasten hier. Masoch heeft zoveel goed gedaan voor de buurt hier, scholen en zo ondersteund bijvoorbeeld, en dan komen mensen zoals jij hier zijn reputatie door het slijk halen. Je zult het wel niet begrijpen, zei hij terwijl hij me hijgend voorging naar de deur, maar ik ben bezig voor zijn honderdste sterfdag een postzegel bij de Duitse post te regelen.
Op de stoep in het schelle licht wenste ik de man veel geluk met zijn poging een postzegel tere ere van Sacher-Masoch het licht te laten zien. Zoiets is echt masochisme met elan.
Die postzegel is er ondanks mijn aansporing niet gekomen. Maar het kan geen toeval zijn dat na mijn bezoek aan zijn huis Graz in 2003