Niet dat ik mezelf een kunstenaar in dezelfde categorie vind, zeker niet, maar is Anton Webern een mindere componist omdat zijn officiële oeuvre uit 31 werken bestaat, waarvan het langste een kwartier duurt, een oeuvre waar de goede man 35 jaar aan gewerkt heeft en dat met gemak op 3 cd's past? Natuurlijk niet, Webern is de grootste klassieke componist van de 20ste eeuw, we mogen hem dankbaar zijn dat hij soms drie jaar met zes minuten muziek bezig was.
Ik blijf er dus bij dat, gezien de bedragen die dichters van vergelijkbare kwaliteit krijgen, een werkbeurs van minimaal 30.000 euro in mijn geval alleszins redelijk was geweest.
Maar de doorslaggevende reden om de werkbeurs te weigeren, is het volgens mij faliekant onjuiste oordeel over Geluksinstructies.
Denk niet dat mij deze beslissing geen moeite kost. 10.000 euro is voor mij een enorm bedrag. Het is in feite wat ik, ruwweg, in twee jaar verdien. (En het is twintig maal het bedrag wat ik tot nu toe met Geluksinstructies heb verdiend.) Niet alleen zal ik het geld missen, maar ik zag de werkbeurs (aanvankelijk, voordat ik van de ‘nadere motivering’ kennis had genomen) ook als een soort maatschappelijke erkenning, als misschien een eerste stap uit de freelance-armoede. (Waarbij ik me goed realiseer dat die ‘armoede’ zeer relatief is, en dat ik vergeleken met miljarden mensen op deze wereld vreselijk rijk ben.)
Nee, deze beslissing, en dit hele ‘gedoe’ kost mij al maanden veel moeite. Die zich fysiek vertaalt in dagelijkse pijn in mijn borst. Ik hoop dat de druk nu (geleidelijk aan?) minder zal worden en uiteindelijk zal verdwijnen.
Ik weet niet of u mijn twee bezwaarschriften aan de ‘lezers’ (Arnoud van Adrichem, Kurt Snoekx en het niet nader genoemde lid van de ‘adviescommissie’) en aan de ‘adviescommissie’ (Tatjana Daan, Toin Duyx, Atte Jongstra, Menno Lievers en Fleur Speet, bijgestaan door Maydo van Marwijk Kooy en Erik Vlaminck - de man die u een beurs van 75.000 euro gaf) heeft laten lezen. Aangezien mijn bezwaarschriften voor een niet gering deel tegen de ‘lezers’ en de ‘adviescommissie’ zijn gericht, zou ik het op prijs stellen als voornoemde personen ze ook te lezen kregen. Deze (derde) brief mogen ze natuurlijk ook lezen.
Ook zou ik het op prijs stellen als u mijn besluit de werkbeurs te weigeren in uw nieuwsbrief Het Schrijvershuis zou vermelden. Ook een vermelding van mijn besluit in uw volgende jaarverslag zou ik op prijs stellen.
Mijn gedichten staan mij niet toe uw geld te accepteren. Althans, zolang uw oordeel over Geluksinstructies niet van tafel is. Want zolang is voor mij die 10.000 euro ‘besmet’ geld. Ik zou het een ondragelijke gedachte vinden een bundel voor een instelling die mijn werk niet werkelijk waardeert te moeten schrijven (en ook nog een bedankje in mijn nieuwe bundel te moeten opnemen). Nu ben ik weer vrij, en kan ik weer voor mezelf en voor de mensheid schrijven. En zonder ‘werkplan’, ik ben toch een dichter van losse, meestal ‘ongeplande’ gedichten.
Leven is (deels) compromissen sluiten en vuile handen maken. De mens Co Woudsma is tot op zekere hoogte te koop. Mijn bundel Geluksinstructies is gelukkig ook te koop. Maar de dichter Co Woudsma is beslist niet te koop.
Hoogachtend, en met vriendelijke groet,
Co Woudsma