FROM THE BOOK DEPOSITORY
Zo, u wilt schrijver worden. Geeft niets, hoor. Dat willen 1 miljoen anderen ook. De 15 miljoen overige Nederlanders zijn al schrijver (vandaar dat er zo'n 10.000 nieuwe Nederlandstalige titels per jaar verschijnen), of bezig literaire prijzen aan die schrijvers uit te delen (daarvan zijn er meer dan 400 naar het schijnt, hoewel niemand ze ooit allemaal heeft kunnen tellen), dan wel doende de ontstane rommel op te ruimen (van een gemiddeld literair debuut worden ongeveer 175 exemplaren verkocht, de rest eindigt via de pulpmolens als nieuw papier waarop nieuwe schrijvers nieuwe boeken kunnen schrijven).
Houd uw pen in de aanslag, want binnenkort kunt u terecht op de internetcursus ‘Schrijver Worden’, die door het dagblad Trouw en Uitgeverij Querido wordt georganiseerd. Vanaf november zullen de allerbesten van die internetcursus zelfs ten burele van de uitgeverij een masterclass kunnen volgen, met als gastdocenten echte schrijvers. Dit zijn dan weer deels dezelfde schrijvers die ook schrijfles geven op de diverse schrijversscholen en schrijversopleidingen die ons land rijk is. Hier kan men wekenlang, of maandenlang, soms zelfs jarenlang onderricht krijgen in het vak schrijver-worden.
Hoewel ik jarenlang onderricht ten principale toejuich, vermoed ik op de een of ander manier dat de educatieve boodschap ook wel in een minuut of tien zou kunnen worden overgebracht. Dat is misschien minder gezellig, maar gaat wel sneller. Ik vermoed tevens dat al die schrijflessen een stuk korter zouden duren als ze niet werden gegeven door schrijvers maar door redacteuren. Dat is helaas een uitstervende beroepsgroep, sinds de boekenwereld verregaand is overgenomen door de vrolijke meisjes van de public relations die de sombere oude mannen van de redactie brodeloos maken.
Toch is een redactioneel perspectief op uw wens schrijver te worden wellicht leerzaam. Derhalve biedt Hollands Maandblad hier tien gouden redactionele regels voor schrijvers in spé, gratis en uit het hoofd te leren in minder dan een kwartier.
1 - Hou ermee op! Doe het niet! Er komt ellende van. De redacteur is er niet blij mee. Er zijn al zoveel schrijvers, en of ze iets betekenen, blijkt pas na hun dood, en dan is het te laat.
2 - Schrijf nimmer om schrijver te worden. Schrijf niet om jezelf te behagen. Schrijf nooit om de lezer te plezieren. Schrijf louter om de redacteur wakker te houden.
3 - De redacteur blijft niet wakker van een lange literaire aanloop voor een verhaal begint, van een overdaad aan bijvoeglijke naamwoorden, van sfeerbeschrijvingen in het algemeen, van zinnen langer dan drie regels, van ironie, en al helemaal niet van verhalen zonder een begin van een plot.
4 - De redacteur gaat gapen als er kopjes koffie in een verhaal op tafel komen, begint te knikkebollen als er relatieproblemen worden besproken boven glaasjes rosé, en raakt in dromenland als het lot van de wereld in literaire zin wordt aangesneden.
5 - De redacteur gaat slaan als een verhaal gaat over iemand die schrijver wil worden.
6 - De redacteur verliest zijn aandacht als in de eerste regel blijkt dat er een Grote Nederlandse Roman volgt, die is geïnspireerd door alle andere Grote Nederlandse Romans van de afgelopen halve eeuw.
7 - De redacteur doet de cirkelzaag aan als in het verhaal wordt beschreven wat uit het verhaal moet blijken.
8 - De redacteur hoopt dat u de stukken weglaat die hij toch gaat schrappen.
9 - De redacteur gaat ervan uit dat u het adagium van Elmore Leonard diep in uw pen heeft gegraveerd: If it looks like writing, re-write it.
10 - Schiet niet op de redacteur. Hij schiet waarschijnlijk terug.