Ze gaf geen antwoord en staarde naar de zwanen die statig door de vuile gracht gleden. Toen zei ze: ‘Als jouw carrière nu van de grond komt, ben ik bang dat ik je te vroeg heb laten gaan.’
‘Aha. Berouw komt na de zonde hè.’ De triomf in zijn stem was duidelijk hoorbaar. ‘Ik moet gaan,’ vervolgde hij direct. ‘Ik heb een bespreking over mijn contract.’
Hij stond op en liep weg. De vrouw bleef nog een paar minuten zitten. Na een blik op mij vertrok zij ook. Ik was nog niet eens klaar met mijn aantekeningen toen twee luidruchtige jongens plaats namen aan het vrijgekomen tafeltje.
‘Zo, vertel eens kerel,’ begon de blonde toen ze zaten. ‘Is het gelukt of wat?’
De donkere lachte vettig. ‘Bijna. Komend weekend heb ik haar zo ver.’
‘Shit man, dat meen je niet! Het is dus nog steeds niet gebeurd? Jezus!’
‘Bijna, zeg ik toch! Je moet de dingen niet overhaasten.’
‘Niet overhaasten? Kom op zeg! Je bent er al mee bezig zo lang ik je ken.’
De donkere schudde geïrriteerd zijn hoofd. ‘Dit weekend! Let maar op.’
‘Hoe vaak ik dat al gehoord heb. Ik geloof er niet meer in.’
‘Oh nee? Wat zetten we erop? Kratje bier?’
‘Da's goed ja. Dat krat ben je kwijt. Opschepper.’
Ik zat driftig te schrijven toen langzaam tot me doordrong dat exen en studentenweddenschappen niet echt interessant waren als onderwerp voor een goed verhaal. Mijn verhaal moest uit de rijke wereld van de fantasie komen. Dat had ik erbij moeten zeggen. Misschien had Kanhai de verhalen dan kunnen filteren. Daar was het nu te laat voor. Maar in elk geval wist ik nu dat de verhalenvanger werkte.
Thuis was er een voicemailbericht van Estelle, waarin ze meedeelde dat ze Isa morgen iets vroeger dan gebruikelijk zou komen brengen en dat ze haar pas zondagavond weer kwam halen. En ik had een sms van Eduard: hij wilde met zijn nieuwe vriendin op vakantie en wilde weten wanneer hij mijn duizend euro kon verwachten. Het deed me weinig.
Tijdens het weekend met Isa leefde ik verder op. Toen ik mezelf voluit hoorde lachen wist ik dat de zwarte periode voorbij was. Mijn hoofd was nog leeg, maar de leegte was niet meer beangstigend. In de speeltuin richtte ik de verhalenvanger voor de grap op de schommelende kinderen.
‘Je moet goed vasthouden.’
‘Waarom?’
‘Als je valt heb je bloedpijn.’
‘Dan mag je een pleister.’
‘Of de toverfee komt.’
‘Of Spillebeen.’
Schaterend gooiden ze hun benen nog hoger de lucht in.
Tegen de tijd dat Estelle Isa kwam halen, was ik vol strijdlust. Als ik straks alleen was dan zou ik achter mijn computer gaan zitten en er pas achter vandaan komen als er een verhaal was. Het was een kwestie van beginnen, dan kwam de rest vanzelf. Zo werkte dat.
Estelle informeerde naar de stand van zaken. Toen ik antwoordde dat alles uitstekend ging, zei ze: ‘Dat is goed om te horen. Ik zou het vervelend vinden als jouw debuut in gevaar komt omdat je je de komende dagen misschien even niet kunt concentreren. Ik wilde wachten tot na je deadline, maar het gaat zo niet langer. Ik heb een relatie met Eduard.’
Ik kon haar alleen maar aanstaren. Ze glimlachte. Of eigenlijk trok ze gewoon